Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 36

  • 1

    Ter inschrijving van het feit dat het nut van een mandelige zaak voor elk der erven is geëindigd, wordt een door een authentiek afschrift van een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van hen die de inschrijving verlangen, het nut voor elk der erven is geëindigd. Werken niet alle rechthebbenden op de mandelige zaak mee, dan vermeldt de notaris in zijn verklaring de reden daarvan.

  • 2

    Ter inschrijving van het bestaan van een recht, als bedoeld in artikel 150, eerste lid, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (Stb. 1976, 396), worden aangeboden authentieke afschriften van een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring, waarin het bestaan van het recht wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:

    • a.

      de omschrijving van de inhoud van het recht;

    • b.

      zo mogelijk, de gangbare benaming ervan dan wel de verklaring, dat dat recht niet een zodanige benaming heeft, en

    • c.

      wie de rechthebbende op dat recht is,

    alsmede van de aan die verklaring gehechte stukken waaruit van een en ander blijkt.

  • 3

    Ter inschrijving van het ontstaan van een erfdienstbaarheid door bestemming of herleving, bedoeld in artikel 163, eerste zin, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek, worden aangeboden authentieke afschriften van een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring, waarin het ontstaan van de erfdienstbaarheid wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:

    • a.

      de omschrijving van de inhoud van de erfdienstbaarheid, en

    • b.

      wie de rechthebbende op dat recht is,

    alsmede van de aan die verklaring gehechte stukken waaruit van een en ander blijkt.

  • 4

    Op de inschrijving van de aanleg en verwijdering van een net als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder k, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, is artikel 26, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 5

    Ter inschrijving van de publicaties bedoeld in artikel 155a lid 2 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een authentiek afschrift van een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring aangeboden, inhoudende op welke datum die publicaties zijn geschied en in welk landelijk dagblad de publicatie heeft plaatsgevonden. Ter inschrijving van een exploot als bedoeld in artikel 155a, vijfde lid, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een door de deurwaarder of een advocaat getekend afschrift daarvan aangeboden.

Informatie geldend op 01-05-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Kadasterwet
    artikel: 37a, 37, 42, 43

  2. Telecommunicatiewet
    artikel: 5.17

  3. Wet op het notarisambt
    artikel: 50

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-05-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

27-05-2010

wijziging

17-05-2010

Stb. 2010, 188

31974

17-05-2010

Stb. 2010, 188

01-02-2007

wijziging

06-12-2006

Stb. 2007, 16

29834

20-12-2006

Stb. 2007, 17

01-09-2005

wijziging

03-02-2005

Stb. 2005, 107

28443

16-07-2005

Stb. 2005, 416

01-01-1992

wijziging

14-11-1991

Stb. 1991, 570

14-11-1991

Stb. 1991, 570

01-01-1992

nieuwe-regeling

03-05-1989

Stb. 1989, 186

17496

20-02-1990

Stb. 1990, 90

wijziging

06-06-1991

Stb. 1991, 376

21830

20-02-1990

Stb. 1990, 90