Bij de subsidieverlening kunnen verplichtingen ten aanzien van de financiering, de inrichting en de uitvoering van een project worden opgelegd waaronder de verplichting tot het verwerven van additionele middelen of de inzet van eigen middelen, de inrichting en uitvoering van een project zodat voldaan wordt aan EG-regelgeving en EG-jurisprudentie omtrent staatssteun, het bijhouden van een projectadministratie, en het betrekken van andere partijen bij de uitvoering.
Indien de minister de bevoegdheid delegeert om besluiten te nemen met betrekking tot de subsidie, dan wordt een project eerst als afgerond beschouwd nadat de subsidieontvanger alle door hem verleende subsidies heeft vastgesteld, doch uiterlijk zes maanden na afloop van de periode waarvoor de subsidie is verleend. Bij subsidieverlening per fase of onderdeel van een project, stelt de subsidieontvanger uiterlijk 6 maanden na afloop van de desbetreffende fase of onderdeel alle door hem verleende subsidies vast tenzij de minister in het besluit tot subsidieverlening anders beslist.
Indien een project, dan wel een fase of onderdeel daarvan, is gericht op het behalen van een bepaald resultaat, dan kan de minister bij het besluit tot subsidieverlening de verplichting opleggen om garant te staan voor het behalen van dat resultaat.
(01-02-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
23-08-2001 |
Stcrt. 2001, 167 |
23-08-2001 |
Stcrt. 2001, 167 |