De subsidiabele kosten van een fundamenteel onderzoeksproject, een industrieel onderzoeksproject en van een experimenteel ontwikkelingsproject zijn uitsluitend:
de volgende rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen kosten:
loonkosten van direct bij het project betrokken personeel, waarbij het uurloon wordt berekend aan de hand van het brutoloon, kolom 3: loon in geld, volgens de verzamelloonstaat, ingevolge artikel 7.2 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011, te delen door 1650 productieve uren, verhoogd met een forfaitair percentage van 20 voor de werkgeverslasten. In geval van een part-time dienstverband wordt het uurloon op voornoemde wijze berekend na omrekening van het brutoloon naar een full-time dienstverband;
kosten van aanschaf van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen;
afschrijvingskosten van machines en apparatuur op basis van de technische levensduur naar rato van het gebruik voor het project gedurende de projectperiode uitgaande van de historische aanschafwaarde verminderd met de restwaarde, met dien verstande dat in geval van lease wordt uitgegaan van de contante waarde van de gedurende de projectperiode betaalde leasetermijnen naar rato van het gebruik van de machines en apparatuur voor het project onder aftrek van de in de leasetermijnen begrepen vergoedingen voor financiering en afschrijving;
huurkosten van machines en apparatuur naar rato van het gebruik voor het project gedurende de projectperiode;
aan derden verschuldigde kosten ter zake van studies en onderzoeksactiviteiten en ter zake van de aanschaf van kennis en intellectuele eigendomsrechten alsmede ter zake van bescherming van die rechten;
een opslag voor algemene kosten van ten hoogste 50 procent van de in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, bedoelde loonkosten.
De minister kan in een subsidieprogramma bepalen dat de aanvrager de in het eerste lid genoemde loonkosten mag berekenen op basis van het aantal na de indiening van de aanvraag door de direct bij het project betrokken personeel gemaakte uren, vermenigvuldigd met het in het derde lid bedoelde integrale uurtarief dat de aanvrager hanteert voor dat personeel, onderscheidenlijk met het in het vijfde lid bedoelde tarief. Het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, is op deze tarieven niet van toepassing.
Bij toepassing van het tweede lid berekent de aanvrager het integrale uurtarief op basis van een binnen zijn organisatie gebruikelijke en controleerbare methodiek, gebaseerd op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Dit wordt onderbouwd met een accountantsverklaring.
Het integrale uurtarief is samengesteld uit de directe loonkosten en de indirecte kosten en betreft uitsluitend de kosten uit de gewone bedrijfsvoering en bevat geen winstopslag.
Indien de aanvrager bij toepassing van het tweede lid geen integraal uurtarief hanteert, kan op diens verzoek dit tarief worden vervangen door een uurtarief van € 35,−. In het desbetreffende subsidieprogramma wordt dit tarief geïndexeerd met het jaarcijfer voor de consumentenprijsindex, de CPI, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Indien geen loonkosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden gemaakt, maar niettemin arbeid ten behoeve van het project wordt verricht, geldt daarvoor een uurtarief van € 35,−. In het desbetreffende subsidieprogramma wordt dit tarief geïndexeerd met het jaarcijfer voor de consumentenprijsindex, de CPI, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de statistiek. Het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, is op dit tarief niet van toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit subsidieprogramma wereldwijd werken met water
bijlage: als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water
Besluit vaststelling Subsidieprogramma Electromobiliteit+
bijlage: bedoeld in artikel 1 van het Besluit vaststelling Subsidieprogramma Electromobiliteit+1Voor thema en doel van dit subsidieprogramma en voor de gekozen vorm van subsidie wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit vaststelling Subsidieprogramma Electromobiliteit+., bedoeld in artikel 1 van het Besluit vaststelling Subsidieprogramma Electromobiliteit+1Voor thema en doel van dit subsidieprogramma en voor de gekozen vorm van subsidie wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit vaststelling Subsidieprogramma Electromobiliteit+.
Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat
artikel: 11, 17, 18, 18, 20
bijlage: behorende bij artikel 45 van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat
Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart
bijlage: als bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma innovaties duurzame binnenvaart
(07-03-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
15-07-2015 |
intrekking-regeling |
03-07-2009 |
03-07-2009 |
|||||
01-01-2011 |
wijziging |
23-12-2010 |
23-12-2010 |
|||||
nieuwe-regeling |
03-07-2009 |
03-07-2009 |