De Autoriteit bestaat uit minimaal twee en maximaal drie leden, onder wie de voorzitter.
Benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid of ervaring, die nodig is voor de uitoefening van de taken van de Autoriteit.
De leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor eenzelfde periode.
In het geval van een vacature vormen de overige leden, in afwijking van het eerste lid, de Autoriteit.
Onverminderd artikel 13, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen heeft een lid geen financiële of andere belangen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Een lid kan niet tevens zijn een aan een minister ondergeschikte ambtenaar.
Het lidmaatschap van de Autoriteit wordt aangewezen als een vertrouwensfunctie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet veiligheidsonderzoeken.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(21-06-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
26-04-2016 |
06-07-2017 |
||||||
|
t/m 01-01-1997 |
vervallen |
06-02-1997 |
06-02-1997 |
|||||
|
wijziging |
03-12-1992 |
Stb. 1992, 623 |
27-01-1993 |
Stb. 1993, 59 |
||||
|
t/m 29-11-1991 |
nieuw |
26-03-1992 |
Stb. 1992, 148 |
26-03-1992 |
Stb. 1992, 148 |
|||
|
vervallen |
08-05-1974 |
Stb. 1974, 291 |
08-05-1974 |
Stb. 1974, 291 |
||||
|
nieuwe-regeling |
21-02-1963 |
Stb. 1963, 82 |
21-02-1963 |
Stb. 1963, 82 |
||||