Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 62a

  • 1

    Onze Minister kan aan de houder van een vergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25 van de wet een instemming met een verwijderingsplan, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, van de wet weigeren, indien:

    • a.

      het verwijderingsplan onvoldoende voorziet in een beschrijving van de werkzaamheden, methode en kosten van de verwijdering die nodig zijn gedurende de periode van uitvoering van het verwijderingsplan, waaronder monitoring;

    • b.

      het verwachte resultaat van de uitvoering van het verwijderingsplan onvoldoende is beschreven;

    • c.

      het mijnbouwwerk in aanmerking komt voor hergebruik;

    • d.

      het mijnbouwwerk niet in aanmerking komt voor een gedeeltelijk hergebruik als mijnbouwwerk;

    • e.

      in het geval van hergebruik het bevoegde gezag, bedoeld in artikel 44a, tweede lid, van de wet, niet heeft verklaard dat het bevoegde gezag daartegen, voor zover het hergebruik betreft, geen bedenkingen heeft;

    • f.

      naar het oordeel van het bevoegd gezag krachtens de Omgevingswet het voorstel tot onderzoeken of saneren van de bodem niet voldoet;

    • g.

      de bestemming van de af te voeren materialen en afvalstoffen onduidelijk is; of

    • h.

      de planning van de uitvoering van de verwijdering niet duidelijk is of voorziet in een onredelijk lange termijn.

  • 2

    Onze Minister kan een instemming ambtshalve geheel of gedeeltelijk wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      het bevoegde gezag, bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en f, krachtens wetten als bedoeld in die onderdelen tot een afwijzend oordeel komt over het geheel of gedeeltelijk hergebruik van het mijnbouwwerk;

    • b.

      het bevoegde gezag krachtens de wet geen vergunning verstrekt voor het opsporen, winnen, of opslaan van delfstoffen, aardwarmte, respectievelijk stoffen;

    • c.

      de houder van een vergunning de instemming voor het geheel of een gedeelte van het verwijderingsplan niet langer nodig heeft; of

    • d.

      de houder van een vergunning niet overeenkomstig de instemming handelt of heeft gehandeld.

Informatie geldend op 29-12-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet
    bijlage: bedoeld in artikel 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(29-12-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2024

wijziging

11-11-2021

Stb. 2021, 573

05-04-2023

Stb. 2023, 113

wijziging

11-11-2021

Stb. 2021, 573

20-03-2023

Stb. 2023, 89

Inwtr. 1

01-01-2022

nieuw

11-11-2021

Stb. 2021, 573

02-12-2021

Stb. 2021, 607

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.