Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 62b

  • 1

    Onze Minister kan de houder van een vergunning als bedoeld in de artikelen 6 en 25 van de wet een tijdelijke ontheffing als bedoeld in artikel 44b, eerste lid, van de wet, verlenen, indien de mijnbouwinstallatie of het mijnbouwwerk, bedoeld in artikel 59, eerste lid:

    • a.

      nodig is voor het gebruik van een ander mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met h;

    • b.

      doelmatiger kan worden verwijderd of hergebruikt, indien de houder van een vergunning het mijnbouwwerk tezamen met een ander mijnbouwwerk verwijdert of hergebruikt;

    • c.

      in aanmerking komt voor geheel of gedeeltelijk hergebruik als onderzoek is of wordt verricht naar de geschiktheid voor opsporing of winning van delfstoffen of aardwarmte of de opslag van stoffen;

    • d.

      redelijkerwijs rendabel opnieuw in gebruik genomen kan worden na:

      • 1°.

        verbetering van de omstandigheden op de markt voor koolwaterstoffen, andere delfstoffen, aardwarmte, respectievelijk de opslag van stoffen;

      • 2°.

        een technische innovatie voor de winning van koolwaterstoffen, andere delfstoffen, aardwarmte, respectievelijk de opslag van stoffen; of

    • e.

      in aanmerking komt voor een ander hergebruik dan het exploiteren van een mijnbouwwerk.

  • 2

    Onze Minister vraagt advies over een aanvraag om ontheffing van de verplichting tot verwijderen als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de wet voor het opnieuw in gebruik nemen:

    • a.

      als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, voor de winning van koolwaterstoffen, aardwarmte en de opslag van CO2 aan de vennootschap, bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de wet en

    • b.

      als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 2°, tevens aan de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO als bedoeld in artikel 3 van de TNO-wet.

  • 3

    Onze Minister kan de ontheffing voor hergebruik van de mijnbouwinstallatie voor een periode van maximaal vijf jaar verlenen.

  • 4

    Onze Minister kan de ontheffing telkens voor een periode van maximaal vijf jaar verlengen.

  • 5

    Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de ontheffing.

  • 6

    Onze Minister kan, onverminderd artikel 7, derde lid, een ontheffing ambtshalve geheel of gedeeltelijk wijzigen of intrekken, indien de houder van een vergunning:

    • a.

      de ontheffing niet langer nodig heeft om in een hergebruik van het mijnbouwwerk te kunnen voorzien;

    • b.

      niet overeenkomstig de ontheffing handelt of heeft gehandeld.

Informatie geldend op 29-12-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Mijnbouwregeling
    artikel: 1.6b.1

  2. Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet
    bijlage: bedoeld in artikel 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(29-12-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

nieuw

11-11-2021

Stb. 2021, 573

02-12-2021

Stb. 2021, 607