Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 36

  • 1

    Onze Minister kan zijn instemming met het opgestelde winningsplan slechts geheel of gedeeltelijk weigeren:

    • a.

      indien het in het winningsplan aangeduide gebied door Onze Minister niet geschikt wordt geacht voor de in het winningsplan vermelde activiteit om reden van het belang van de veiligheid voor omwonenden of het voorkomen van schade aan gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan,

    • b.

      in het belang van het planmatig gebruik of beheer van delfstoffen, aardwarmte, andere natuurlijke rijkdommen, waaronder grondwater met het oog op de winning van drinkwater, of mogelijkheden tot het opslaan van stoffen,

    • c.

      indien nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan,

    • d.

      indien nadelige gevolgen voor de natuur worden veroorzaakt, of

    • e.

      op grond van het gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin, waarvan de vergunninghouder blijk heeft gegeven bij activiteiten onder deze vergunning of een eerdere vergunning op grond van deze wet.

  • 2

    Onze Minister kan zijn instemming verlenen onder beperkingen of daaraan voorschriften verbinden, indien deze gerechtvaardigd worden door een grond als genoemd in het eerste lid.

  • 3

    Onze Minister kan zijn instemming intrekken of beperkingen en voorschriften stellen of wijzigen, indien dat gerechtvaardigd wordt door veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten inzake een grond als genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met d.

  • 4

    Onze Minister weigert de instemming met een winningsplan voor het winnen van delfstoffen, voor zover de winning zou geschieden uit een voorkomen dat geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het op grond van artikel 2.44, eerste lid, van de Omgevingswet aangewezen Natura 2000-gebied Waddenzee.

  • 5

    Onze Minister weigert de instemming met de wijziging van een winningsplan voor het winnen van delfstoffen uit een voorkomen dat geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het op grond van artikel 2.44, eerste lid, van de Omgevingswet aangewezen Natura 2000-gebied Waddenzee, voor zover die wijziging een verlenging van het tijdvak of een uitbreiding van de omvang van de winning betreft.

Informatie geldend op 03-05-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Mijnbouwwet
    artikel: 52b, 167p, 39

  2. Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet
    bijlage: bedoeld in artikel 1

  3. Wet op de economische delicten
    artikel: 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(03-05-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

21-12-2016
samen met
21-12-2016

Stb. 2016, 552
samen met
Stb. 2016, 553

34041
samen met
34390

Alg. 1

01-05-2024

wijziging

17-04-2024

Stb. 2024, 95

36441

25-04-2024

Stb. 2024, 114

08-11-2018

wijziging

17-10-2018

Stb. 2018, 371

34957

17-10-2018
samen met
31-10-2018

Stb. 2018, 372
samen met
Stb. 2018, 390

Inwtr. 2

01-01-2017

wijziging

21-12-2016

Stb. 2016, 554

34348

21-12-2016

Stb. 2016, 558

13-12-2006

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 593

30027

24-11-2006

Stb. 2006, 621

01-01-2003

nieuwe-regeling

31-10-2002

Stb. 2002, 542

26219

06-12-2002

Stb. 2002, 603

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2016/553.

  • 2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2018/372 gesteld op 1 oktober 2019.