Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 7

  • 1

    Indien tot een verkrijging in de zin van de Successiewet 1956 een onroerende zaak behoort, die is aangemerkt als een landgoed vindt - mits aan de in het volgende lid gestelde voorwaarden is voldaan - geen invordering plaats van het verschil tussen de volgens de aanslag verschuldigde schenkbelasting onderscheidenlijk erfbelasting en de belasting, welke verschuldigd zou zijn, indien de onroerende zaak wordt gesteld op de helft van de waarde in het economische verkeer, welke op het tijdstip van de verkrijging aan de zaak zou moeten worden toegekend, in geval daarop de last rustte om het gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen, dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Voor zover het landgoed overeenkomstig door Onze Ministers goedgekeurde regelen voor het publiek is opengesteld, wordt, in afwijking in zoverre van de vorige volzin, de waarde van dat landgoed gesteld op nihil.

  • 2

    Het vorige lid is slechts van toepassing, indien in de aangifte behalve de naar artikel 21 van de voormelde wet bepaalde waarde in het economische verkeer worden opgegeven de in dat lid bedoelde waarde in het economische verkeer en de in artikel 2, vierde lid, bedoelde beschikking, zomede, indien en voor zover het een opengesteld landgoed betreft, de beschikking, waarbij de regelen voor de openstelling zijn goedgekeurd.

  • 3

    Het in het eerste lid bepaalde geldt ook, indien de hiervoor bedoelde beschikkingen op verzoek van de verkrijgers eerst na het overlijden of de schenking zijn afgegeven.

  • 4

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover het een verkrijging in de zin van de Successiewet 1956 betreft door degene die in de vijf jaren voorafgaande aan de verkrijging de onroerende zaak onder bezwarende titel heeft overgedragen en, gedurende die periode van vijf jaren, voor een verkrijging door zijn rechtsopvolgers onder algemene titel.

  • 5

    In het aanslagbiljet wordt behalve van het bedrag van de aanslag melding gemaakt van het bedrag van de terstond invorderbare belasting. De vaststelling van laatstbedoeld bedrag wordt voor de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de schenk- en erfbelasting en de regeling inzake belastingrente beschouwd als de oplegging van een aanslag.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-01-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2013

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 639

33003

22-12-2011

Stb. 2011, 639

01-01-2010

wijziging

17-12-2009

Stb. 2009, 564

31930

17-12-2009

Stb. 2009, 564

wijziging

23-12-2009

Stb. 2009, 609

32128

23-12-2009

Stb. 2009, 609

01-06-2007

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 551

27030

21-05-2007

Stb. 2007, 188

06-12-1995

wijziging

16-11-1995

Stb. 1995, 582

24159

16-11-1995

Stb. 1995, 582

01-01-1992

wijziging

25-10-1989
samen met
02-04-1991

Stb. 1989, 491
samen met
Stb. 1991, 199

19527

17-04-1991

Stb. 1991, 200

29-06-1989

wijziging

25-05-1989

Stb. 1989, 205

20089

14-06-1989

Stb. 1989, 206

01-01-1985

wijziging

08-11-1984

Stb. 1984, 545

17041

18-12-1984

Stb. 1984, 638

16-07-1966

wijziging

23-06-1966

Stb. 1966, 275

8407

23-06-1966

Stb. 1966, 275

01-08-1956

wijziging

28-06-1956

Stb. 1956, 362

915

12-07-1956

Stb. 1956, 406

01-01-1928

nieuwe-regeling

15-03-1928

Stb. 1928, 63

15-03-1928

Stb. 1928, 63