Gedeputeerde staten kunnen besluiten dat een onderdeel van een besluit tot vaststelling of wijziging van een omgevingsplan geen deel daarvan uitmaakt als:
zij over het onderdeel een zienswijze naar voren hebben gebracht en die zienswijze niet volledig in het omgevingsplan is overgenomen, of
in het onderdeel wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp, anders dan op grond van een zienswijze van gedeputeerde staten.
Gedeputeerde staten kunnen alleen gebruik maken van die bevoegdheid voor zover:
dat nodig is met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, en
er sprake is van strijd met een belang als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, onder a, dat is aangegeven in een door een bestuursorgaan van de provincie openbaar gemaakt document.
Gedeputeerde staten vermelden in de motivering van het besluit de daaraan ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen die het provinciebestuur beletten het betrokken belang met inzet van andere aan hen toekomende bevoegdheden te beschermen.
Het besluit wordt bekendgemaakt binnen vier weken nadat het besluit tot vaststelling of wijziging van het omgevingsplan is bekendgemaakt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
bijlage: 1, 2
Besluit elektronische publicaties
artikel: 11.1
Omgevingsbesluit
artikel: 10.3
Omgevingswet
artikel: 16.2
(10-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2024 |
nieuwe-regeling |
23-03-2016 |
20-03-2023 |
|||||
wijziging |
12-02-2020 |
05-04-2023 |
||||||
wijziging |
14-03-2020 |
05-04-2023 |
||||||
wijziging |
01-07-2020 |
05-04-2023 |
Opmerkingen
1) Abusievelijk is een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.