Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 20.1 (monitoringsplicht)

  • 1

    Voor elke vastgestelde omgevingswaarde en alarmeringswaarde wordt de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de belasting door activiteiten of de concentratie of depositie van stoffen in de fysieke leefomgeving door monitoring bewaakt. Daarbij wordt beoordeeld of aan die omgevingswaarde of alarmeringswaarde wordt voldaan.

  • 2

    Voor een op grond van paragraaf 3.2.4 opgesteld programma worden de voortgang, uitvoering en het doelbereik van het programma door monitoring bewaakt. Daarbij wordt specifiek aandacht geschonken aan de eisen die in artikel 3.17 aan het programma worden gesteld.

  • 3

    Bij omgevingsplan en, met inachtneming van de grenzen van artikel 2.3, bij omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur kunnen andere parameters dan omgevingswaarden voor de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de belasting door activiteiten of de concentratie of depositie van stoffen in de fysieke leefomgeving worden aangewezen die door monitoring worden bewaakt en dienen als referentiepunt voor de beoordeling daarvan.

  • 4

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen onderdelen van de natuur worden aangewezen waarvan de staat van instandhouding door monitoring wordt bewaakt.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-01-2025)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2024

nieuwe-regeling

23-03-2016

Stb. 2016, 156

33962

20-03-2023

Stb. 2023, 89

wijziging

12-02-2020

Stb. 2020, 172

34986

05-04-2023

Stb. 2023, 113

wijziging

16-10-2023

Stb. 2023, 376

36367

13-12-2023

Stb. 2023, 470

wijziging

08-07-2020

Stb. 2020, 310

34985

05-04-2023

Stb. 2023, 113