De in artikel 4.3 bedoelde regels over het gebruik, het onder zich hebben, het verhandelen en het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van middelen of installaties en het toepassen van methoden om dieren te vangen of te doden worden gesteld met het oog op:
de natuurbescherming,
het waarborgen van de veiligheid,
het beschermen van de gezondheid,
het beschermen van het milieu.
De regels strekken er in ieder geval toe dat:
degene die een geweer, vogel of eendenkooi gebruikt over de vereiste deskundigheid beschikt en met gunstig gevolg een examen heeft afgelegd dat door Onze Minister voor Natuur en Stikstof is erkend of door hem als gelijkwaardig aan door hem erkende examens is aangemerkt,
degene die een geweer gebruikt, is gedekt door een verzekering voor de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor schade waartoe het gebruik van het geweer aanleiding kan geven,
degene aan wie een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit is verleend, aan een faunabeheereenheid gegevens verstrekt over de door hem gedode dieren.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanvullingswet natuur Omgevingswet
artikel: 2.5
Wet dieren
artikel: 5.7
Wet op de economische delicten
artikel: 1a
(10-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2024 |
wijziging |
16-10-2023 |
13-12-2023 |
|||||
nieuw |
08-07-2020 |
05-04-2023 |