De in artikel 4.3 bedoelde regels over mijnbouwlocatieactiviteiten worden gesteld met het oog op:
het waarborgen van de veiligheid,
een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
De regels strekken er in ieder geval toe dat:
de belangen van de scheepvaart en van de veiligheid van de scheepvaart zijn gewaarborgd,
de belangen van de uitoefening van defensietaken en van het veilig kunnen verrichten van daarop betrekking hebbende activiteiten zijn gewaarborgd,
de belangen van de elektriciteitsopwekking met behulp van wind in een windpark en van de veiligheid van het windpark zijn gewaarborgd.
De regels strekken er ook toe dat:
geen mijnbouwinstallaties voor het opsporen of winnen van delfstoffen worden toegestaan in het op grond van artikel 2.44, eerste lid, aangewezen Natura 2000-gebied Noordzeekustzone,
in de territoriale zee ten noorden van het op grond van artikel 2.44, eerste lid, aangewezen Natura 2000-gebied Noordzeekustzone nieuwe mijnbouwinstallaties voor het opsporen of winnen van delfstoffen alleen worden toegestaan voor zover medegebruik van bestaande mijnbouwinstallaties niet mogelijk is en zichthinder veroorzaakt door die nieuwe mijnbouwinstallaties wordt geminimaliseerd.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Omgevingswet
artikel: 5.27
(10-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2024 |
nieuwe-regeling |
23-03-2016 |
20-03-2023 |
|||||
wijziging |
12-02-2020 |
05-04-2023 |
||||||
wijziging |
08-07-2020 |
Stb. 2020, 310
|
05-04-2023 |