Indien vóór het in werking treden van de wet een eigendomsvoorbehoud is bedongen met betrekking tot een zaak die voor verpanding vatbaar is, wordt de eigendom omgezet in een pandrecht overeenkomstig artikel 237 van Boek 3, voor zover het eigendomsvoorbehoud strekt tot zekerheid van voldoening van andere vorderingen dan die genoemd in artikel 92 lid 2, eerste zin, van dat boek.
Van het in werking treden van de wet af geldt een alsdan bestaande verbintenis tot levering betreffende goederen onder eigendomsvoorbehoud als een zodanige verbintenis onder voorbehoud van een pandrecht overeenkomstig artikel 237 van Boek 3, voor zover het eigendomsvoorbehoud strekt tot zekerheid van voldoening van andere vorderingen dan die genoemd in artikel 92 lid 2, eerste zin, van dat boek.
De leden 2, 3, 5, 6 en 8 van artikel 86 zijn van overeenkomstige toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
artikel: 108, 119
(07-11-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
28-11-1991 |
Stb. 1991, 601 |
28-11-1991 |
Stb. 1991, 601 |
||||
|
nieuw |
02-04-1991 |
Stb. 1991, 197 |
17-04-1991 |
Stb. 1991, 200 |
||||