De voorwaarde van terugbetaling, genoemd in de artikelen 52 en 57 van de Woningwet 1901 en verbonden aan op grond van de artikelen 52 en 56, derde lid, van die wet verleende bijdragen, vervalt.
Voorschriften, gegeven ter uitvoering van de paragrafen 8 en 9 van de Woningwet 1901 - voorzover zij niet krachtens artikel 52, derde lid, van die wet zijn uitgevaardigd - alsmede de op die voorschriften berustende uitvoeringsbepalingen blijven van kracht en worden geacht ter uitvoering van de Woningwet te zijn gegeven.
[Wijzigt de wet van 14 juni 1934, Stb. 316.]
De verplichting tot terugbetaling, verbonden aan bij of krachtens besluit van de gemeenteraad op andere wijze dan door middel van bijdragen, als bedoeld in het eerste lid, verleende geldelijke steun ter tegemoetkoming in ongedekte jaarlijkse tekorten, die voortspruiten uit de exploitatie van - vóór 1 januari 1946 tot stand gekomen - woningen door ingevolge artikel 78 van de Onteigeningswet toegelaten verenigingen, vennootschappen en stichtingen, vervalt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(03-07-2015)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
01-07-2008 |
intrekking-regeling |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
|||||
|
wijziging |
26-06-1975 |
Stb. 1975, 384 |
19-04-1977 |
Stb. 1977, 218 |
||||
|
nieuwe-regeling |
01-08-1964 |
Stb. 1964, 344 |
24-07-1965 |
Stb. 1965, 340 |
||||
Opmerkingen
1) Afdeling 9.3 van Stb. 2008/180 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.