Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 64 Inlichtingenverplichting instanties

  • 1

    De hieronder vermelde instanties zijn verplicht desgevraagd aan het college of, indien het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mandaat heeft verleend tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, kosteloos opgaven en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet door het college:

  • 2

    De geneesheer-directeur respectievelijk de zorgaanbieder, bedoeld in het eerste lid, onderdeel o, verstrekt slechts gegevens en inlichtingen indien:

    • a.

      deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 13, derde lid, laatste zin; en

    • b.

      deze betrekking hebben op:

      • 1°.

        de opneming;

      • 2°.

        het ontslag;

      • 3°.

        het verleende verlof; of

      • 4°.

        het ingetrokken verlof.

  • 3

    Het vragen door het college en het verstrekken door de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde gegevens en inlichtingen kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.

  • 4

    Griffiers van colleges, geheel of ten dele met rechtspraak belast, zijn verplicht desgevraagd aan het college of, indien het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mandaat heeft verleend tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, kosteloos alle gegevens en uittreksels of afschriften van uitspraken, registers en andere stukken te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet.

  • 5

    De in het eerste en het vierde lid bedoelde verplichtingen strekken zich mede uit tot degene:

    • a.

      van wie kosten van bijstand worden of kunnen worden teruggevorderd ingevolge paragraaf 4 of op wie deze worden of kunnen worden verhaald ingevolge paragraaf 5;

    • b.

      die hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning, of ten aanzien van wie dat redelijkerwijs kan worden vermoed, als degene:

      • 1°.

        te wiens behoeve bijstand is gevraagd of wordt verleend;

      • 2°.

        van wie kosten van bijstand worden of kunnen worden teruggevorderd ingevolge paragraaf 4 of op wie deze worden of kunnen worden verhaald ingevolge paragraaf 5.

  • 6

    De in het eerste lid en het vierde lid bedoelde gegevens en inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk, of in een andere vorm die redelijkerwijs kan worden verlangd, en zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen vier weken na ontvangst van het verzoek hiertoe, verstrekt.

  • 7

    De in het eerste lid, onderdeel a tot en met k, genoemde instanties treffen desgevraagd met het college en met het Inlichtingenbureau een regeling met betrekking tot de mededeling van wijzigingen in de eerder aan hen gevraagde gegevens en inlichtingen.

  • 8

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent het derde lid en de inhoud en vormgeving van de in het zevende lid bedoelde regelingen.

  • 9

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen een of meer van de in het eerste lid bedoelde instanties worden aangewezen die ten behoeve van aan het college te verstrekken gegevens en inlichtingen, de door het Inlichtingenbureau aan deze instanties verstrekte gegevens van aldaar op dat moment nog onbekende personen opslaan. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. Bij toepassing van de eerste volzin wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald op welke wijze en gedurende welke termijn deze gegevens worden opgeslagen.

  • 10

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties en personen dan genoemd in het eerste en het vierde lid worden aangewezen voor wie de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid tot en met achtste lid, eveneens gelden, voorzover het betreft de verstrekking van nader bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen inlichtingen en gegevens.

  • 11

    Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tiende lid, kan tevens worden bepaald dat de daar bedoelde verplichting alleen geldt jegens ambtenaren met opsporingsbevoegdheid.

  • 12

    Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt ten aanzien van de persoon die rechtens zijn vrijheid is ontnomen of de persoon die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel, onverwijld en kosteloos de gegevens en alle overige opgaven en inlichtingen, waarover deze beschikt en die noodzakelijk zijn voor het recht op bijstand, aan het college, of, indien het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mandaat heeft verleend tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, door tussenkomst van het Inlichtingenbureau, waarbij hij gebruik kan maken van het burgerservicenummer.

  • 13

    Onze Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt ten aanzien van de Nederlander die in het buitenland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, onverwijld en kosteloos, gegevens, en inlichtingen waarover hij beschikt en die noodzakelijk zijn voor het recht op bijstand, aan het college, of, indien het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mandaat heeft verleend tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, door tussenkomst van het Inlichtingenbureau, waarbij hij gebruik kan maken van het burgerservicenummer. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van dit lid.

  • 14

    De Belastingdienst verstrekt aan het college, of indien het college aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mandaat heeft verleend tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand, aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, zonder dat daaraan een verzoek ten grondslag ligt gegevens als bedoeld in het eerste lid over samenloop van een uitkering met inkomen uit of in verband met arbeid of bedrijf of over vermogen, die bij de uitvoering van een belastingwet of bij de invordering van enige rijksbelasting bekend zijn geworden voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet.

Informatie geldend op 18-03-2025

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Wijzigingsbesluit Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, enz. (aanscherping sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit register onderwijsdeelnemers
    artikel: 32

  2. Participatiewet
    artikel: 47e, 65, 68

  3. Wet inburgering 2021
    artikel: 54

  4. Wijzigingsbesluit Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, enz. (aanscherping sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-03-2025)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

36582

wijziging

24-01-2018
samen met
24-01-2018

Stb. 2018, 36
samen met
Stb. 2018, 37

31996
samen met
32399

Alg. 1

01-01-2024

wijziging

20-12-2023

Stb. 2023, 498

36342

20-12-2023

Stb. 2023, 498

01-01-2022

wijziging

02-12-2020

Stb. 2021, 38

35483

30-11-2021

Stb. 2021, 586

Alg. 2

01-04-2020

wijziging

12-02-2020

Stb. 2020, 76

35320

16-03-2020

Stb. 2020, 98

01-01-2020

wijziging

24-01-2018

Stb. 2018, 37

32399

21-11-2019

Stb. 2019, 437

01-01-2018

wijziging

31-05-2017

Stb. 2017, 252

34596

03-07-2017

Stb. 2017, 309

01-01-2017

wijziging

14-11-2016

Stb. 2016, 471

34528

26-11-2016

Stb. 2016, 472

wijziging

08-04-2016

Stb. 2016, 173

34203

15-11-2016

Stb. 2016, 442

01-01-2015

wijziging

03-12-2014

Stb. 2014, 494

33891

09-12-2014

Stb. 2014, 521

01-04-2014

wijziging

11-12-2013

Stb. 2013, 578

33243

11-02-2014

Stb. 2014, 93

06-01-2014

wijziging

10-07-2013

Stb. 2013, 316

33555

28-11-2013

Stb. 2013, 494

Inwtr. 3

01-01-2014

wijziging

09-10-2013

Stb. 2013, 405

33579

25-11-2013

Stb. 2013, 497

wijziging

25-11-2013

Stb. 2013, 507

33553

25-11-2013

Stb. 2013, 508

01-01-2012

wijziging

01-12-2011

Stb. 2011, 618

33015

12-12-2011

Stb. 2011, 619

01-01-2011

wijziging

16-12-2010

Stb. 2010, 838

32520

23-12-2010

Stb. 2010, 839

01-01-2010

wijziging

15-10-2009

Stb. 2009, 492

31944

11-11-2009

Stb. 2009, 493

wijziging

17-12-2009

Stb. 2009, 596

32037

23-12-2009

Stb. 2009, 623

01-08-2009

wijziging

02-07-2009

Stb. 2009, 318

31811

18-07-2009

Stb. 2009, 319

Alg. 4

25-03-2009

wijziging

05-02-2009

Stb. 2009, 108

30907

10-03-2009

Stb. 2009, 135

Alg. 5

01-01-2009

wijziging

29-12-2008

Stb. 2008, 600

31514

29-12-2008

Stb. 2008, 601

Alg. 6

wijziging

29-12-2008

Stb. 2008, 586

31559

29-12-2008

Stb. 2008, 587

01-07-2008

wijziging

22-03-2007

Stb. 2007, 153

30656

18-06-2008

Stb. 2008, 242

13-06-2008

wijziging

29-05-2008

Stb. 2008, 197

31295

29-05-2008

Stb. 2008, 197

28-03-2008

t/m 29-08-2006

wijziging

06-03-2008

Stb. 2008, 87

31138

06-03-2008

Stb. 2008, 87

01-01-2008

wijziging

12-12-2007

Stb. 2007, 555

30970

14-12-2007

Stb. 2007, 556

01-01-2007

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 625

30308

05-12-2006

Stb. 2006, 645

01-10-2006

wijziging

07-07-2006

Stb. 2006, 415

30186

21-09-2006

Stb. 2006, 432

01-01-2006

wijziging

22-12-2005

Stb. 2005, 691

30337

22-12-2005

Stb. 2005, 691

wijziging

06-10-2005

Stb. 2005, 525

30124

09-12-2005

Stb. 2005, 649

01-09-2005

wijziging

23-06-2005

Stb. 2005, 345

30097

23-06-2005

Stb. 2005, 345

Inwtr. 7

01-01-2005

wijziging

23-12-2004

Stb. 2004, 717

29574

23-12-2004

Stb. 2004, 718

Inwtr. 8

01-01-2004

nieuwe-regeling

09-10-2003

Stb. 2003, 375

28870

10-10-2003

Stb. 2003, 386

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2018/37.

  • 2) Artikel 54 van Stb. 2021/38 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging, zie voor de wijzigingen artikel XIIc van Stb. 2020/496.

  • 3) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

  • 4) Abusievelijk is voor het vierde en twaalfde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 5) Abusievelijk is op het vijfde, zesde, achtste, negende, tiende en elfde lid een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 6) Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor het derde lid in plaats van het vierde lid, en voor het elfde lid in plaats van het twaalfde lid.

  • 7) Geldt voor berekeningsjaren als bedoeld in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, die aanvangen op of na 1 januari 2006.

  • 8) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.