Een ambtenaar van politie, die een functie in publiekrechtelijke colleges, waarin hij is benoemd of verkozen, gezien de omvang van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, niet gelijktijdig kan vervullen met zijn ambt, wordt in verband daarmee tijdelijk ontheven van de waarneming van zijn ambt, tenzij het dienstbelang zich tegen ontheffing verzet. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het doorbetalen van bezoldiging.
Indien de ambtenaar in verband met een functie in publiekrechtelijke colleges, waarin hij is benoemd of verkozen, niet op grond van het eerste lid van de waarneming van zijn ambt is ontheven, wordt hem voor het bijwonen van vergaderingen en zittingen van deze colleges en voor het verrichten van daaruit voortvloeiende werkzaamheden ten behoeve van deze colleges, buitengewoon verlof verleend, tenzij het dienstbelang zich tegen verlofverlening verzet. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het doorbetalen van bezoldiging.
Tenzij het dienstbelang zich tegen verlofverlening verzet, wordt aan de ambtenaar buitengewoon verlof verleend voor aan te wijzen activiteiten van of voor politievakorganisaties overeenkomstig regels te stellen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit algemene rechtspositie politie
artikel: 34
Politiewet 2012
artikel: 44a, 53, 81
(16-03-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
17-04-2019 |
24-10-2019 |