Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 185

  • 1

    De rekenkamer heeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:

    • a.

      openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan de provincie deelneemt, over de jaren dat de provincie deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de provincie meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de provincie het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de provincie samen met een of meer andere provincies, een of meer gemeenten, een of meer waterschappen of de Staat meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de provincie het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen waaraan de provincie of een of meer derden voor rekening en risico van de provincie rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten laste van de provinciebegroting, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft;

    • e.

      rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen die goederen en diensten leveren die betrekking hebben op de uitvoering van een publieke taak waarvan de betaling ten laste van de provinciebegroting komt en waarbij de provincie zich het recht heeft voorbehouden bij de betreffende rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon controles uit te voeren ten aanzien van de geleverde goederen of diensten, over de jaren waarin de betaling ten laste komt van de provinciebegroting.

  • 2

    De rekenkamer maakt bij het onderzoek ten aanzien van de in het eerste lid genoemde instellingen zoveel mogelijk gebruik van door anderen verrichte controles.

  • 3

    De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het provinciebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 4

    Indien de documenten, bedoeld in het derde lid, daartoe aanleiding geven, kan de rekenkamer bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen, waaronder een onderzoek naar het gevoerde beleid van de instelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. De rekenkamer stelt provinciale staten, gedeputeerde staten en indien een onderzoek wordt ingesteld naar het gevoerde beleid van een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de rekenkamers van de deelnemende provincies en gemeenten aan deze instelling van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 5

    Indien de rekenkamer voornemens is onderzoek in te stellen bij een in het eerste lid, onderdeel c, genoemde instelling, stelt zij, onverminderd het vierde lid, de gedeputeerde staten van de andere deelnemende provincies, de colleges van de deelnemende gemeenten, het dagelijks bestuur van de deelnemende waterschappen of Onze Minister die het aangaat in het geval van deelneming van de Staat van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 6

    Dit artikel is niet van toepassing op financiële ondernemingen en elektronischgeldinstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

Informatie geldend op 09-02-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling rijksbijdrage exploitatie Westerscheldeveerdiensten 1995

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Provinciewet
    artikel: 186

  2. Regeling duurzaam veilig

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(09-02-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

36481

01-01-2023

wijziging

28-09-2022

Stb. 2022, 430

35298

16-11-2022

Stb. 2022, 482

01-07-2022

wijziging

15-12-2021

Stb. 2022, 18

35513

21-03-2022

Stb. 2022, 128

01-01-2015

wijziging

09-07-2014

Stb. 2014, 306

33597

19-11-2014

Stb. 2014, 466

12-03-2003

nieuw

16-01-2003

Stb. 2003, 17

28384

16-01-2003

Stb. 2003, 18

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) De inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.