De analyse van inzichten, bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, van het besluit en de analyse van de problemen, bedoeld in artikel 7.2, vijfde lid, van het besluit geven in ieder geval inzicht in:
de gevolgen voor de fysieke leefomgeving van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de wet of het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde;
de kansen dat overtredingen als bedoeld onder a zullen plaatsvinden.
Tot de afspraken, bedoeld in artikel 7.2, zevende lid, onderdeel a, van het besluit, behoren in ieder geval de afspraken die zijn gemaakt over:
de uitvoering van artikelen 18.2a, eerste lid, en 18.2b, eerste lid, van de Wet milieubeheer en artikel 95, derde lid, van de Wet bodembescherming;
de handhaving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde omtrent handelingen met betrekking tot stoffen, preparaten of andere producten;
de uitwisseling van gegevens betreffende de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving.
Tot de onderwerpen met betrekking waartoe de strategie, bedoeld in artikel 7.2, vierde lid, van het besluit, inzicht geeft, behoren voorts:
de wijze waarop de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet of het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde wordt bevorderd;
de voorlichting aan personen die een inrichting drijven, inzake de voor hen krachtens het bepaalde bij of krachtens de wet of de betrokken wetten geldende voorschriften.
Tot de in artikel 7.2, zevende lid, onderdeel b, van het besluit bedoelde wijze waarop het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet of het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde, wordt uitgeoefend, behoort in ieder geval:
de wijze waarop de controle ter plaatse wordt voorbereid, uitgaande van een register van inrichtingen waarin in ieder geval de IPPC-installaties zijn opgenomen;
de wijze waarop de controle ter plaatse wordt uitgeoefend;
de frequentie waarmee routinematige controlebezoeken worden afgelegd, waarbij die frequentie voor IPPC-installaties, afhankelijk van de milieurisico’s, het nalevingsgedrag en de aanwezigheid van een gecertificeerd milieuzorgsysteem, ten minste één controlebezoek per drie jaar bij beperkte milieurisico’s en ten minste één controlebezoek per jaar bij grote milieurisico’s is;
de wijze waarop zakelijke gegevens en bescheiden worden gecontroleerd;
de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet of het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde ten aanzien van stoffen, trillingen, en warmte die of geluid dat, direct of indirect vanuit een bron in de lucht, het water of de bodem, worden onderscheidenlijk wordt gebracht;
de wijze waarop de controle en verificatie plaatsvinden van de resultaten van de controles die zijn uitgevoerd door personen die een inrichting drijven.
Onverminderd de frequentie, bedoeld in het vierde lid, onderdeel c, worden bij IPPC-installaties niet-routinematige controlebezoeken uitgevoerd:
vóór de verlening of verandering van een vergunning;
om zo spoedig mogelijk ernstige klachten, ernstige ongewone voorvallen of overtredingen te onderzoeken;
indien bij een controle een ernstige overtreding is vastgesteld, binnen zes maanden na de vaststelling.
Na elk controlebezoek bij een IPPC-installatie:
stelt het bevoegd gezag een verslag op waarin de relevante bevindingen over de naleving en de conclusies over de eventuele noodzaak van verdere maatregelen worden neergelegd;
zendt het bevoegd gezag het verslag, bedoeld onder a, binnen twee maanden aan de vergunninghouder;
stelt het bevoegd gezag het verslag binnen vier maanden voor eenieder op verzoek beschikbaar, waarbij de artikelen 19.3 tot en met 19.5 van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing zijn.
(21-05-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
21-06-2017 |
21-06-2017 |
||||||
wijziging |
21-01-2014 |
29-01-2014 |
||||||
wijziging |
31-10-2012 |
05-12-2012 |
||||||
nieuwe-regeling |
30-03-2010 |
10-06-2010 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer, enz. (nieuwe activiteiten en herstel gebreken wetstechnische en inhoudelijk ondergeschikte aard) in werking treedt.
2) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer, enz. (omzetting van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies)(Stb. 2012/552) in werking treedt.
3) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit omgevingsrecht in werking treedt.