In of bij de aanvraag om een vergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de wet verstrekt de aanvrager bij de omschrijving van de aard, omvang en effecten van de activiteit gegevens en bescheiden over:
de specifieke locatie waar het werk of de werkzaamheid zal worden uitgevoerd;
de afmetingen van het werk of de omvang van de werkzaamheid;
de te gebruiken materialen;
in hoeverre sprake is van afvoer van grond naar een andere locatie;
de aanwezigheid van obstakels die in de weg staan voor het uitvoeren van het werk of de werkzaamheid.
Indien dat is voorgeschreven in het bestemmingsplan verstrekt de aanvrager een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Regeling omgevingsrecht
artikel: 5.2, 5.5, 7.1
(21-05-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
30-03-2010 |
10-06-2010 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit omgevingsrecht in werking treedt.