Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 7 [Geldend t/m 31-12-2011]

  • 1

    Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door een ondernemer die niet tot de rijksoverheid behoort:

    • a.

      voordat een activiteit als bedoeld in artikel 2, onder a of b, wordt verricht na de inwerkingtreding van deze regeling, of

    • b.

      nadat een activiteit als bedoeld in artikel 2, onder a of b, is verricht na de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2

    Indien de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft op de aanschaf van een emissiearme dieselmotor, die behoort tot categorie V1:1, V1:2 of V1:3 als bedoeld in artikel 9, vierde lid, bis, onderdeel Fase IIIA binnenschepen, van richtlijn 97/68/EG, heeft de subsidieaanvrager de emissiearme dieselmotor uiterlijk op 31 december 2006 laten inbouwen.

  • 3

    Indien de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft op de aanschaf van een emissiearme dieselmotor, die voldoet aan de emissiewaarden van fase II van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart of behoort tot categorie V1:4 of V2 als bedoeld in artikel 9, vierde lid, bis, onderdeel Fase IIIA binnenschepen, van richtlijn 97/68/EG, heeft de subsidieaanvrager de emissiearme dieselmotor uiterlijk op 30 juni 2007 laten inbouwen.

  • 4

    Indien de aanvraag betrekking heeft op het retrofitten van een dieselmotor van een bestaand of een nieuw schip, heeft de subsidieaanvrager, voor zover toepassing is gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder a, binnen zes maanden na verlening van de subsidie de dieselmotor laten retrofitten.

  • 5

    Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder b, worden bij de aanvraag tot subsidieverlening overgelegd:

    • a.

      indien de aanvraag betrekking heeft op een emissiearme dieselmotor: de factuur of facturen die betrekking hebben op de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, of

    • b.

      indien de aanvraag betrekking heeft op het retrofitten van een dieselmotor: de gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van het forfaitaire bedrag van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, alsmede de resultaten van de meting na het retrofitten van de in gebruik zijnde dieselmotor.

  • 6

    Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder a, wordt binnen twaalf weken nadat de emissiearme dieselmotor is ingebouwd of nadat het retrofitten van de dieselmotor heeft plaatsgevonden, de aanvraag tot subsidievaststelling ingediend. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 7

    Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder b, wordt de aanvraag tot subsidieverlening aangemerkt als de aanvraag tot subsidievaststelling.

Informatie geldend op 18-02-2015

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2012

intrekking-regeling

06-12-2011

Stcrt. 2011, 22840

06-12-2011

Stcrt. 2011, 22840

Alg. 1

13-06-2007

wijziging

04-06-2007

Stcrt. 2007, 109

04-06-2007

Stcrt. 2007, 109

01-12-2006

wijziging

20-11-2006

Stcrt. 2006, 233

20-11-2006

Stcrt. 2006, 233

Alg. 2

12-11-2005

nieuwe-regeling

20-09-2005

Stcrt. 2005, 219

20-09-2005

Stcrt. 2005, 219

Opmerkingen

  • 1) Artikel II van Stcrt. 2011/22840 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Abusievelijk is een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.