Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.9.10 [Geldend t/m 19-08-2014]

  • 1

    De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist, zodanig dat een pilotproject vergistingketen onderscheidenlijk een demonstratieproject vergistingketen hoger gerangschikt wordt naarmate het meer bijdraagt aan de criteria omtrent:

    • a.

      economisch perspectief;

    • b.

      duurzaamheid;

    • c.

      technologische of sociale innovatie;

    • d.

      samenwerking en kennisoverdracht.

  • 2

    Als criteria voor economisch perspectief, duurzaamheid, technologische of sociale innovatie en samenwerking en kennisoverdracht als bedoeld in het eerste lid, worden vastgesteld:

    • a.

      economisch perspectief: de mate waarin het project bijdraagt aan kostprijsdaling en rentabiliteitsverbetering van de vergistingketen of technische belemmeringen wegneemt voor invoeding van hernieuwbaar gas in een gasnet of levering aan vulstations en economische meerwaarde creëert in Nederland, gebaseerd op het opschalings- en herhaalpotentieel, gelet op kostprijsontwikkeling, vooruitzichten voor opbrengsten en marktverwachting;

    • b.

      duurzaamheid: de mate waarin het project bijdraagt aan de verbetering van de broeikasgasbalans in CO2- equivalenten en de verduurzaming van de energiehuishouding in absolute en relatieve CO2-reductie of PJ per jaar op projectniveau en in absolute CO2-reductie of PJ voor Nederland, gebaseerd op het opschalings- en herhaalpotentieel, gelet op kostprijsontwikkeling, vooruitzichten voor opbrengsten en marktverwachting;

    • c.

      technische of sociale innovatie: de mate waarin het pilotproject vergistingketen technisch of sociaal innovatiever is ten opzichte van de huidige nationale en internationale praktijk of het demonstratieproject vergistingketen technisch of sociaal innovatiever is ten opzichte van de huidige nationale praktijk;

    • d.

      samenwerking en kennisoverdracht: de mate van doelmatigheid en doeltreffendheid van een eventueel samenwerkingsverband en de expertise van de partijen die het project uitvoeren en de mate waarin kennisoverdracht een meer structureel onderdeel is van het project.

  • 3

    Voor de rangschikking weegt het criterium, genoemd in onderdeel a van het eerste lid, mee voor 35/100, het criterium, genoemd in onderdeel b van het eerste lid, voor 25/100, het criterium, genoemd in onderdeel c van het eerste lid, voor 25/100, en het criterium, genoemd in onderdeel d van het eerste lid, voor 15/100.

  • 4

    Geen subsidie wordt verleend indien een pilotproject vergistingketen of een demonstratieproject vergistingketen minder dan 70 van de 100 punten worden toegekend.

Informatie geldend op 12-07-2016

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(12-07-2016)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

20-08-2014

intrekking-regeling

11-07-2014

Stcrt. 2014, 20679

11-07-2014

Stcrt. 2014, 20679

Alg. 1

14-04-2010

nieuw

01-04-2010

Stcrt. 2010, 5545

01-04-2010

Stcrt. 2010, 5545

Opmerkingen

  • 1) Artikel 5.3 van Stcrt. 2014/20679 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.