De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 44, 45, 46, 47 en 48, worden maandelijks ingediend bij de grondkamer of de Centrale Grondkamer.
De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 44, 45, 46 en 47, vermelden de dagen, waarop de in deze artikelen genoemde werkzaamheden zijn verricht en bevatten een verklaring van de voorzitter, dat de declarant de opgegeven werkzaamheden heeft verricht gedurende de daarbij opgegeven tijdsduur.
De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in artikel 48, worden voorzien van een verklaring van de voorzitter, dat de gemaakte reizen noodzakelijk waren voor de in de artikelen 44, 45, 46 en 47 genoemde werkzaamheden.
De in de vorige leden bedoelde verklaringen kunnen ook worden afgegeven door de secretaris of de griffier, indien deze daartoe door de grondkamer onderscheidenlijk de Centrale Grondkamer zijn gemachtigd.
(05-12-2018)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuwe-regeling |
01-10-2007 |
01-10-2007 |
||||||