De verklaring, bedoeld in artikel 21d, eerste lid, van het besluit, wordt door de verbruiker ondertekend en bevat ten minste:
de dagtekening;
naam en adres van de verbruiker;
naam en adres van de leverancier;
de EAN-code van de aansluiting waarop de verklaring betrekking heeft;
de verklaring dat de elektriciteit uitsluitend wordt aangewend in een oplaadinstallatie voor elektrische voertuigen die beschikt over een zelfstandige aansluiting en dat deze oplaadinstallatie geen deel uitmaakt van een meer omvattende onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken.
(12-01-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2021 |
vervallen |
29-12-2016 |
29-12-2016 |
|||||
nieuw |
29-12-2016 |
29-12-2016 |