Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 28

  • 1

    Alvorens een voorbereidend onderzoek in te stellen of een uitspraak te doen als bedoeld in artikel 4, tweede, derde of vijfde lid, of artikel 4a, wordt de partij die niet de verzoeker is, door het bestuur in kennis gesteld van de inhoud van het verzoek. Alvorens een uitspraak te doen als bedoeld in artikel 4, tweede, derde of vijfde lid, artikel 4a of artikel 5, eerste lid, wordt een voorbereidend onderzoek ingesteld. Een zodanig onderzoek blijft achterwege indien de beschikbare stukken naar het oordeel van de voorzitter voldoende zijn ter voorbereiding van de besluitvorming.

  • 2

    Het voorbereidend onderzoek wordt ingesteld door het bestuur. In bijzondere gevallen kan de zittingsvoorzitter het onderzoek instellen.

  • 3

    Van het voorbereidend onderzoek wordt een schriftelijk rapport opgemaakt.

  • 4

    In de gevallen waarin de voorzitter geen uitspraak als bedoeld in artikel 20, eerste lid, doet, bepaalt het bestuur de dag en het uur, waarop het verzoek ter zitting van een zittingscommissie zal worden behandeld, zodra het voorbereidend onderzoek naar het oordeel van de voorzitter voltooid is, of, indien dit onderzoek ingevolge het eerste lid niet wordt ingesteld, reeds aanstonds.

  • 5

    Het bestuur legt de op de zaak betrekking hebbende stukken tot de dag van de zitting ter inzage voor partijen of hun schriftelijk gemachtigden.

  • 6

    Het bestuur geeft partijen van de gegevens omtrent de zitting onverwijld, doch ten minste twee weken voor de dag van de behandeling van het verzoek ter zitting, kennis. De kennisgeving gaat vergezeld van een afschrift van het in het derde lid bedoelde rapport of bevat de mededeling dat ter zake geen voorbereidend onderzoek nodig is geacht, zulks onder vermelding van de redenen die tot dat oordeel hebben geleid. De kennisgeving bevat voorts de mededeling dat de stukken overeenkomstig het vijfde lid ter inzage liggen.

Informatie geldend op 02-07-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
    artikel: 7, 20, 34

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2019

wijziging

06-06-2018

Stb. 2018, 172

34652

06-07-2018

Stb. 2018, 251

01-01-2012

wijziging

27-10-2011

Stb. 2011, 529

32586

22-11-2011

Stb. 2011, 668

01-04-2010

wijziging

23-12-2009

Stb. 2010, 28

31903

19-03-2010

Stb. 2010, 133

01-07-2006

wijziging

29-06-2006

Stb. 2006, 307

29858

29-06-2006

Stb. 2006, 307

01-08-2003

nieuwe-regeling

21-11-2002

Stb. 2002, 589

26090

02-06-2003

Stb. 2003, 230

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) Treedt volgens Stb. 2002/589 in werking op het tijdstip dat de Wet van 21 november 2002 tot vaststelling 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 2002/587) in werking treedt.