Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 23

  • 1

    Zolang niet een krachtens artikel 3, eerste lid, vastgesteld besluit in werking is, kan bij koninklijk besluit aan Onze Minister van Defensie de bevoegdheid worden verleend in het belang van de uitvoering van de militaire taak, ten behoeve van de Staat of van andere met de behartiging van openbare belangen belaste lichamen het eigendomsrecht op of een recht tot gebruik van een of meer bij Ons besluit aangewezen onroerende zaken te vorderen.

  • 2

    Zolang niet een krachtens artikel 3, eerste lid, vastgesteld besluit in werking is, kan bij koninklijk besluit aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken de bevoegdheid worden verleend in het belang van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in buitengewone omstandigheden als bedoeld in paragraaf 12 van de Wet veiligheidsregio’s, van de beperking van de onmiddellijke gevolgen daarvan, ten behoeve van de Staat of van andere met de behartiging van openbare belangen belaste lichamen het eigendomsrecht op of een recht tot gebruik van een of meer bij Ons besluit aangewezen onroerende zaken te vorderen.

  • 3

    Wij nemen Ons besluit als bedoeld in het eerste of tweede lid, de Raad van State gehoord.

  • 4

    De voordracht tot vaststelling van een besluit krachtens het eerste lid wordt Ons gedaan door Onze Minister van Defensie, tezamen met Onze Minister van Economische Zaken, en de voordracht tot vaststelling van een besluit krachtens het tweede lid wordt Ons gedaan door Onze Minister van Binnenlandse Zaken, tezamen met Onze Minister van Economische Zaken. Onze Minister van Economische Zaken pleegt, alvorens de voordracht mede te ondertekenen, overleg met Onze Ministers, tot wier zorg belangen, die door de vordering kunnen worden geraakt, behoren.

  • 5

    De voordracht wordt niet gedaan dan nadat gebleken is, dat de nodige beschikking over de onroerende zaak niet of niet tijdig bij minnelijke overeenkomst verkregen kan worden.

  • 6

    Een krachtens het eerste of tweede lid verleende bevoegdheid vervalt een maand na het in werking treden van Ons besluit, waarbij zij is verleend.

  • 7

    De vorderingsbeschikking vermeldt het koninklijk besluit, waarbij de bevoegdheid tot het doen der vordering is verleend.

  • 8

    De artikelen 4, 7, 8, 9, eerste en derde lid, 15-20 en 22 zijn van toepassing.

  • 9

    Met betrekking tot het bepaalde in de artikelen 23-27 blijft artikel 1, tweede lid, buiten toepassing.

Informatie geldend op 22-06-2017

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Vorderingswet
    artikel: 23, 24, 25, 26, 27, 29

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(22-06-2017)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

25-01-2014

wijziging

18-12-2013

Stb. 2014, 14

33773

20-01-2014

Stb. 2014, 31

08-02-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2012, 19

32871

25-01-2012

Stb. 2012, 31

01-10-2010

wijziging

11-03-2010

Stb. 2010, 146

31968

24-06-2010

Stb. 2010, 252

16-03-2005

wijziging

02-12-2004

Stb. 2004, 686

29514

23-02-2005

Stb. 2005, 118

09-04-1997

wijziging

13-03-1997

Stb. 1997, 142

24481

13-03-1997

Stb. 1997, 142

31-12-1992

nieuw

14-11-1991

Stb. 1991, 631

17-12-1991

Stb. 1991, 737

31-12-1992

vervallen

14-11-1991

Stb. 1991, 631

17-12-1991

Stb. 1991, 737

01-01-1992

wijziging

25-10-1989
samen met
03-12-1991

Stb. 1989, 490
samen met
Stb. 1991, 607

19077

20-02-1990

Stb. 1990, 90

15-02-1963

nieuwe-regeling

12-12-1962

Stb. 1962, 587

5348

07-02-1963

Stb. 1963, 30