In krachtens artikel 23 vastgestelde vorderingsbeschikkingen kan aan daarbij aangewezen personen de verplichting worden opgelegd, om, voor zover hun dat feitelijk en rechtens mogelijk is, op het tijdstip, waarop het gevorderde recht op de zaak zal overgaan of ontstaan, aan degene, te wiens behoeve de vordering geschiedt, de feitelijke mogelijkheid tot uitoefening van dat recht te verschaffen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Vorderingswet
artikel: 23, 32
(22-06-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
25-10-1989 |
Stb. 1989, 490 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuwe-regeling |
12-12-1962 |
Stb. 1962, 587 |
07-02-1963 |
Stb. 1963, 30 |