Onze Minister kan besluiten een technisch voortbrengsel buiten gebruik te stellen indien het gebruik van dat voortbrengsel gevaar oplevert of indien de op grond van artikel 7 voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures niet in acht zijn genomen dan wel de documenten die krachtens artikel 5, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, voor het gebruik zijn vereist, niet aanwezig zijn. De in artikel 25 bedoelde ambtenaar verzegelt het technische voortbrengsel ten bewijze van de buitengebruikstelling.
Onze Minister besluit tot opheffing van de buitengebruikstelling indien het gevaar is weggenomen, de buitengebruikstelling ongegrond is gebleken of indien de in artikel 7 voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures in acht zijn genomen dan wel de documenten die krachtens artikel 5, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, voor het gebruik zijn vereist, aanwezig zijn.
Het is verboden een technisch voortbrengsel te gebruiken dat op grond van het eerste lid buiten gebruik is gesteld.
Overtreding van het verbod, bedoeld in het derde lid is, een misdrijf.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Warenwetbesluit machines
artikel: 2a
Wet op de economische delicten
artikel: 1
(21-11-2018)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
20-05-2015 |
Stb. 2015, 235
|
29-06-2016 |
|||||
wijziging |
02-10-2008 |
02-10-2008 |
||||||
nieuw |
01-11-2001 |
24-04-2002 |
||||||
vervallen |
06-11-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
01-08-1988 |
Stb. 1988, 360 |
16-07-1988 |
Stb. 1988, 359 |