Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage A behorend bij de artikelen 4 tot en met 4d van het Waterleidingbesluit Kwaliteitseisen [Geldend t/m 30-06-2011]

Tabel I Microbiologische parameters [Geldend t/m 30-06-2011]

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Cryptosporidium

Noot 1

Escherichia coli

0

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Enterococcen

0

kve/100 ml

(Entero)virussen

Noot 1

Giardia

Noot 1

Noot:

1) Micro-organismen mogen krachtens artikel 4, eerste lid, niet in een zodanige concentratie in het leidingwater voorkomen dat gevaar voor de volksgezondheid kan ontstaan. Voor bepaalde micro-organismen, zoals virussen en protozoa (onder meer Cryptosporidium en Giardia), is het niet mogelijk om concentraties te meten op het zeer lage niveau, waarop blootstelling relevant is voor de gezondheid van de gebruiker. In plaats hiervan dient de eigenaar die gebruik maakt van oppervlaktewater als grondstof voor de bereiding van leidingwater op basis van metingen van de desbetreffende micro-organismen in het ruwe water en gegevens over de verwijderingscapaciteit bij de verschillende zuiveringsprocessen (inclusief eventuele bodempassages) in overleg met de toezichthouder een kwantitatieve risicoanalyse voor het bereide leidingwater op te stellen.

Voor het door middel van deze risicoanalyse berekende theoretische infectierisico geldt een voorlopige grenswaarde van één infectie per 10 000 personen per jaar. De toetsing aan deze (voorlopige) grenswaarde voor het infectierisico dient in elk geval te worden uitgevoerd voor Enterovirussen, Cryptosporidium en Giardia, maar geldt in principe ook voor andere pathogene micro-organismen. Indien het berekende infectierisico groter is dan de genoemde grenswaarde, dient de eigenaar met de toezichthouder te overleggen over te nemen maatregelen.

De toezichthouder kan bepalen dat voor kwetsbare grondwaterwinningen eenzelfde risicoanalyse wordt uitgevoerd.

De term «voorlopige grenswaarde» wordt gebruikt om aan te geven dat het hier om een toetsingswaarde gaat die in de praktijk nog nader wordt getoetst. Aanpassing van deze waarde is daarom niet uitgesloten.

Tabel II Chemische parameters [Geldend t/m 30-06-2011]

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Acrylamide

0,10

µg/l

Noot 1

Antimoon

5,0

µg/l

Arseen

10 

µg/l

Benzeen

1,0

µg/l

Benzo(a)pyreen

0,010

µg/l

Boor

0,5

mg/l

Bromaat

1,0

µg/l

Bij desinfectie geldt een maximale waarde van 5,0 µg/l (als 90 percentielwaarde, met een maximum van 10 µg/l)

Cadmium

5,0

µg/l

Chroom

50  

µg/l

Noot 2

Cyaniden (totaal)

50 

µg/l

Noot 3

1,2-Dichloorethaan

3,0

µg/l

Epichloorhydrine

0,10

µg/l

Noot 1

Fluoride

1,1

mg/l

Koper

2,0

mg/l

Noot 2

Kwik

1,0

µg/l

Lood

10 

µg/l

Tot 1-1-2006 geldt een maximum van 25 µg/l Noot 2

Nikkel

20 

µg/l

Noot 2

Nitraat

50 

mg/l

Noot 4

Nitriet

0,1

mg/l

Noot 4

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) (som)

0,10

µg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie hoger dan de detectiegrens. Noot 5

Polychloorbifenylen (PCB's) (individueel)

0,10

µg/l

Per stof.

PCB's (som)

0,50

µg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie > 0,05 µg/l Noot 6

Pesticiden (individueel)

0,10

µg/l

Per stof. Noot 7. Voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide geldt een maximum waarde van 0,030 µg/l.

Pesticiden (som)

0,50

µg/l

Som van afzonderlijke pesticiden met concentratie hoger dan de detectiegrens.

Seleen

10 

µg/l

Tetra- en trichlooretheen (som)

10 

µg/l

Trihalomethanen (som)

25 

µg/l

Som van gespecificeerde verbindingen (als 90 percentiel, met een maximum van 50). Noot 8 Tot 1-1-2006 geldt een maximum van 100 µg/l.

Vinylchloride

0,50

µg/l

Noot 1

Noten:

1) Deze parameterwaarde heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximum migratie van de overeenkomstige polymeer in contact met water.

2) Deze waarde geldt voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt. Deze methode zal worden vastgesteld door de Inspecteur, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele pieken die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid. Waar nodig schrijft de Inspecteur de toepassing van bemonsterings- en controlemethoden voor, die zijn geharmoniseerd overeenkomstig de in Richtlijn 98/83/EG vastgelegde procedure.

3) Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald.

4) Ten aanzien van de concentraties nitraat en nitriet dient tevens te worden voldaan aan de voorwaarde dat [nitraat]/50 +[nitriet]/3 <1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2.

5) De gespecificeerde verbindingen zijn: pyreen, benzo(a)antraceen, benzo(ghi)peryleen, fenantreen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, chryseen en fluorantheen

6) De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

7) Onder pesticiden wordt verstaan: organische insecticiden, organische herbiciden, organische fungiciden, organische nematociden, organische acariciden, organische algiciden, organische rodenticiden, organische slimiciden en soortgelijke producten (onder meer groeiregulatoren), en hun metabolieten en afbraak- of reactieproducten die humaan toxicologisch relevant zijn.

8) De gespecificeerde verbindingen zijn: chloroform, bromoform, dichloorbroommethaan en broomdichloormethaan. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn dan 15 µg/l.

Tabel IIIa Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters [Geldend t/m 30-06-2011]

Parameter

Maximum waarde (tenzij anders aangegeven)

Eenheid

Opmerkingen

Aeromonas (30 °C)

1000

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Ammonium

0,20

mg/l

Bacteriën van de coligroep

0

kve/100 ml

Bacteriofagen

pve

pve = plaque vormende eenheden

Chloride

150

mg/l

Jaargemiddelde. Het water mag niet agressief zijn.

Clostridium perfringens (inclusief sporen)

0

kve/100 ml

DOC/TOC

Geen abnormale verandering

mg/l

Noot 1

Geleidingsvermogen

125 bij 20 °C

mS/m

Het water mag niet agressief zijn.

Hardheid (totaal)

1 < totale hardheid < 2,5 (mmol)

mmol/l

Totale hardheid te berekenen als aantal mmol Ca2+ plus Mg2+/l. Bij toepassing van ontharding of ontzouting geldt deze waarde als 90 percentiel

Koloniegetal bij 22 °C

100

kve/ml

Geometrische jaargemiddelde. Geen abnormale verandering.

Radioactiviteit

Noot 2

Totale α Totale ß Tritium Indicatieve dosis (totaal)

0,1 1 100 0,10

Bq/l Bq/l Bq/l mSv/j

Saturatie Index (SI)

> –0,2

SI

Het water mag niet agressief zijn.

Temperatuur

25 °C

Geldt voor koud leidingwater

Waterstofcarbonaat

> 60

mg/l

Zuurgraad / waterstof-ionenconcentratie

7,0 < pH < 9,5

pH-eenheden

Het water mag niet agressief zijn.

Zuurstof

>2

mg/l

Noten:

1) Indien DOC/TOC (dissolved organ carbon/total organ carbon) niet wordt bepaald, dan dient de oxideerbaarheid met KMnO4 te worden bepaald (norm 5,0 mg/l O2).

2) Totaal α, uitgezonderd radon, inclusief kortlevende vervalprodukten van radon. Totaal ß behalve 40 K, tritium en kortlevende vervalprodukten van radon.

Tabel IIIb : Indicatoren – Organoleptische/esthetische parameters [Geldend t/m 30-06-2011]

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Aluminium

200

µg/l

Noot 1

Geur

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Kleur

20

mg/l Pt/Co

IJzer

200

µg/l

Mangaan

50

µg/l

Natrium

150

mg/l

Jaargemiddelde met een maximum van 200 mg/l

Smaak

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Sulfaat

150

mg/l

Het water mag niet agressief zijn.

Troebelingsgraad

4 (tap) 1 (af pompstation)

FTE

FTE = formazine troebelingseenheden Noot 3.

Zink

3,0

mg/l

Na > 16 uur stilstand

Noten:

1) Bij (dreigende) overschrijding van een waarde voor aluminium van 30 µg/l dient dit aan de toezichthouder gemeld te worden in verband met het eventueel gebruik van het leidingwater voor nierdialyse.

2) Analyse kan kwalitatief worden uitgevoerd. Indien het resultaat positief is dient een kwantitatieve analyse te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens de verdunningsmethode.

3) In aanvulling op de kwantitatieve eis geldt dat de troebelingsgraad aanvaardbaar voor de gebruikers dient te zijn en geen abnormale veranderingen mag vertonen.

Tabel IIIc : Indicatoren – Signaleringsparameters (noot 1) [Geldend t/m 30-06-2011]

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

AOX

µmol X/l

Aromatische aminen

1

µg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2

(Chloor)fenolen

1

µg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l Noot 2

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

1

µg/l

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen

1

µg/l

Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten

1

µg/l

Noten:

1) Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 µg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid, maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken. Het inzetten van multimethoden is een goede mogelijkheid om de meetinspanning te beperken.

2) Metabolieten van pestciden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn, vallen onder tabel II van deze bijlage.

Informatie geldend op 03-07-2015

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(03-07-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2011

intrekking-regeling

18-07-2009

Stb. 2009, 370

30895

14-06-2011

Stb. 2011, 313

Alg. 1

09-02-2001

wijziging

09-01-2001

Stb. 2001, 31

20-01-2001

Stb. 2001, 58

01-07-1984

wijziging

02-04-1984

Stb. 1984, 220

18-06-1984

Stb. 1984, 258

01-03-1961

nieuwe-regeling

07-06-1960

Stb. 1960, 345

28-11-1960

Stb. 1960, 536

Opmerkingen

  • 1) Besluit van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.