Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 118

  • 1

    Als één gebouwde onroerende zaak als bedoeld in artikel 117, onderdeel d, wordt aangemerkt:

    • a.

      een gebouwd eigendom;

    • b.

      een gedeelte van een gebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • c.

      een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a bedoelde gebouwde eigendommen of van in onderdeel b bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • d.

      het binnen het gebied van een gemeente gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte of van een in onderdeel c bedoeld samenstel;

    • e.

      het binnen het gebied van het waterschap gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte, van een in onderdeel c bedoeld samenstel of van een in onderdeel d bedoeld deel.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid maken de ongebouwde eigendommen voorzover die een samenstel vormen met een gebouwd eigendom als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a tot en met e, deel uit van de gebouwde onroerende zaak, met uitzondering van de ongebouwde eigendommen, voorzover de waarde daarvan bij de waardebepaling op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken op basis van het bepaalde krachtens 18, derde lid, van die wet buiten aanmerking wordt gelaten.

  • 3

    Als één ongebouwde onroerende zaak als bedoeld in artikel 117, onderdeel b, wordt aangemerkt een kadastraal perceel of gedeelte daarvan, met dien verstande dat buiten aanmerking wordt gelaten:

    • a.

      hetgeen ingevolge het eerste en tweede lid wordt aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak;

    • b.

      een natuurterrein.

  • 4

    Als één natuurterrein wordt aangemerkt een kadastraal perceel of gedeelte daarvan, met dien verstande dat buiten aanmerking wordt gelaten:

    • a.

      hetgeen ingevolge het eerste en tweede lid wordt aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak;

    • b.

      hetgeen ingevolge het derde lid wordt aangemerkt als een ongebouwde onroerende zaak.

  • 5

    Voor de heffing, bedoeld in artikel 117, worden openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, één en ander met inbegrip van kunstwerken, alsmede waterverdedigingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning, aangemerkt als ongebouwde eigendommen, niet zijnde natuurterreinen.

Informatie geldend op 22-05-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet
    artikel: XIX

  2. Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen waterschapsbelastingen
    artikel: 1

  3. Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman 2006
    artikel: 2

  4. Waterschapswet
    artikel: 122b

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(22-05-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

29-12-2007

wijziging

21-05-2007

Stb. 2007, 208

30601

17-12-2007

Stb. 2007, 581

Alg. 1

01-01-2000

wijziging

03-06-1999
samen met
25-02-1999

Stb. 1999, 276
samen met
Stb. 1999, 135

26235
samen met
26160

03-06-1999

Stb. 1999, 276

01-01-1998

wijziging

06-11-1997
samen met
04-12-1997

Stb. 1997, 510
samen met
Stb. 1997, 580

25280
samen met
25464

11-12-1997

Stb. 1997, 581

01-07-1997

wijziging

10-04-1997

Stb. 1997, 189

24771

28-05-1997

Stb. 1997, 225

01-07-1996

wijziging

08-02-1996

Stb. 1996, 184

24051

20-05-1996

Stb. 1996, 288

01-01-1995

nieuw

27-04-1994

Stb. 1994, 420

23217

27-04-1994

Stb. 1994, 420

01-01-1995

vervallen

27-04-1994

Stb. 1994, 420

23217

27-04-1994

Stb. 1994, 420

01-01-1992

nieuwe-regeling

06-06-1991

Stb. 1991, 379

19995

12-12-1991

Stb. 1991, 701

Opmerkingen

  • 1) Artikel XII van Stb. 2007/208 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.