Indien een bij deze wet als misdrijf strafbaar gesteld feit wordt begaan door een bij de ontdekking van het feit onbekend gebleven bestuurder van een motorrijtuig, waarmee een aanhangwagen waarvoor een kenteken is vereist, wordt voortbewogen, is de eigenaar of houder van die aanhangwagen verplicht op vordering van een der in artikel 159 bedoelde personen binnen een daarbij te stellen termijn, die ten minste achtenveertig uren bedraagt, de naam en het volledige adres van de bestuurder dan wel van de eigenaar of houder van het motorrijtuig, waarmee die aanhangwagen werd voortbewogen, bekend te maken.
Het eerste lid geldt niet, indien de eigenaar of houder van de aanhangwagen niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder dan wel de eigenaar of houder van het motorrijtuig, waarmee die aanhangwagen werd voortbewogen, was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wegenverkeerswet 1994
artikel: 167, 177, 179
(03-07-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
17-11-1994 |
Stb. 1994, 858 |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 919 |
||||
wijziging |
16-12-1993 |
Stb. 1993, 650 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
nieuwe-regeling |
21-04-1994 |
Stb. 1994, 475 |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 919 |
Opmerkingen
1) Treedt voor wat betreft aanhangwagens die na 31 augustus 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2002.Treedt voor wat betreft aanhangwagens die voor 1 september 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2003.