Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 180

  • 1

    Voor wat betreft de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is artikel 557, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering op rechterlijke uitspraken niet van toepassing. Een strafbeschikking houdende deze bijkomende straf is in zoverre eerst voor tenuitvoerlegging vatbaar als geen verzet meer kan worden gedaan.

  • 2

    De rechterlijke uitspraak of strafbeschikking is voor wat betreft de bijkomende straf niet voor tenuitvoerlegging vatbaar, zolang de termijn waarvoor de veroordeelde bij een andere rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd, nog niet is verstreken.

  • 3

    Indien de rechterlijke uitspraak of strafbeschikking voor wat betreft de bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, geschiedt de tenuitvoerlegging niet dan nadat aan de veroordeelde in persoon een schrijven is uitgereikt, volgens de artikelen 587 en 588 van het Wetboek van Strafvordering, waarin het tijdstip van ingang en de duur van de ontzegging, de verplichting tot inlevering van het rijbewijs uiterlijk op dat tijdstip, alsmede het gevolg van niet tijdige inlevering worden medegedeeld.

  • 4

    De houder van een rijbewijs is, tenzij het is ingevorderd en niet is teruggegeven, verplicht dat rijbewijs in te leveren op het parket van het openbaar ministerie vanwaar hij het schrijven, bedoeld in het derde lid, heeft ontvangen, uiterlijk op het tijdstip van ingang van de ontzegging.

  • 5

    Teruggave vindt plaats zodra de termijn van de ontzegging is verstreken. Geen teruggave vindt plaats ten aanzien van het rijbewijs of de rijbewijzen waarvan ingevolge een der artikelen 130, tweede lid, of 164 de overgifte is gevorderd, waarvan ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften de inlevering is gevorderd of ten aanzien waarvan ingevolge een der artikelen 120, derde lid, 124, vierde lid, 131, tweede lid, onderdeel b, 132, vijfde lid, 132b, tweede lid, 134, vierde lid, of 180, vierde lid, een verplichting tot inlevering bestaat. De officier van justitie geleidt in deze gevallen het rijbewijs of de rijbewijzen door naar degene bij wie de houder dat rijbewijs of die rijbewijzen had dienen in te leveren. Indien het rijbewijs op grond van artikel 123b ongeldig is dan wel indien een aantekening is geplaatst als bedoeld in dat artikel, geleidt de officier van justitie het rijbewijs of de rijbewijzen door naar de Dienst Wegverkeer.

  • 6

    De termijn van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen wordt van rechtswege verlengd met het aantal dagen dat is verstreken tussen het tijdstip waarop het rijbewijs ingevolge het vierde lid had moeten worden ingeleverd en het tijdstip waarop nadien die inlevering heeft plaatsgevonden.

  • 7

    De termijn van de ontzegging wordt voorts verlengd met de tijd dat de veroordeelde gedurende de ontzegging rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

  • 8

    Voor de toepassing van het derde, vierde, vijfde en zesde lid wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.

Informatie geldend op 03-07-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Invoeringswet Wegenverkeerswet 1994
    artikel: 47

  2. Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C
    artikel: 1

  3. Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D
    artikel: 1

  4. Uitvoeringsbesluit ex artikel 4 Wegenverkeerswet 1994 inzake verkeersvoorschriften voor het militaire verkeer
    artikel: 1

  5. Wegenverkeerswet 1994
    artikel: 115, 161, 164, 180

  6. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 77r

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(03-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

22-10-2014

wijziging

09-07-2014

Stb. 2014, 375

33346

09-07-2014

Stb. 2014, 375

Alg. 1

01-12-2011

wijziging

04-06-2010

Stb. 2010, 259

31896

07-11-2011

Stb. 2011, 527

01-06-2011

wijziging

24-10-2008
samen met
24-10-2008

Stb. 2008, 433
samen met
Stb. 2008, 428

30324
samen met
31340

13-05-2011

Stb. 2011, 239

01-02-2008

wijziging

07-07-2006

Stb. 2006, 330

29849

21-12-2007

Stb. 2008, 4

14-07-2006

wijziging

28-06-2006

Stb. 2006, 321

30438

28-06-2006

Stb. 2006, 321

01-10-1998

wijziging

24-06-1998

Stb. 1998, 375

24112

30-06-1998

Stb. 1998, 376

01-06-1996

wijziging

24-05-1996

Stb. 1996, 276

24496

30-05-1996

Stb. 1996, 279

01-01-1995

wijziging

17-11-1994

Stb. 1994, 858

23664

15-12-1994

Stb. 1994, 919

01-01-1995

wijziging

16-12-1993

Stb. 1993, 650

22495

23-12-1993

Stb. 1993, 693

nieuwe-regeling

21-04-1994

Stb. 1994, 475

22030

15-12-1994

Stb. 1994, 919

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.