De bij besluit van gedeputeerde staten, burgemeester en wethouders of een ander bestuursorgaan aangewezen, bij een omgevingsdienst werkzame toezichthouders zijn bevoegd toezicht uit te oefenen op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten in de regio of kring, onderscheidenlijk regio’s of kringen, waarvoor die omgevingsdienst is ingesteld.
Onze Minister kan besluiten dat voor door hem aan te wijzen categorieën van activiteiten de bij een omgevingsdienst werkzame toezichthouders mede bevoegd zijn buiten de regio of kring toezicht uit te oefenen op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit omgevingsrecht
artikel: 7.4
Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
artikel: 1.9
Wet bodembescherming
artikel: 95
Wet geluidhinder
artikel: 148
Wet inzake de luchtverontreiniging
artikel: 90
Wet milieubeheer
artikel: 18.1a
Wet ruimtelijke ordening
artikel: 7.1
(03-08-2018)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
09-12-2015 |
01-04-2016 |
||||||
|
vervallen |
24-05-2012 |
13-06-2012 |
||||||
|
nieuwe-regeling |
06-11-2008 |
10-06-2010 |
||||||