Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 1

  • 1

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    ammoniakemissie: emissie van ammoniak, uitgedrukt in kg NH3 per jaar;

    beste beschikbare technieken: beste beschikbare technieken als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    dierenverblijf: al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden;

    dierplaats: deel van een huisvestingssysteem, bestemd voor het houden van één dier;

    ecologische hoofdstructuur: ecologische hoofdstructuur, als bedoeld in het Natuurbeleidsplan (Kamerstukken II 1989/90, 21 149, nrs. 2–3), zoals deze is begrensd door het provinciaal bestuur, of, voorzover deze begrenzing nog niet heeft plaatsgevonden, zoals deze is aangegeven in een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening, dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3 van die wet;

    emissiefactor: bij ministeriële regeling vastgestelde ammoniakemissie per dierplaats, behorende bij een daarbij aangewezen diercategorie en huisvestingssysteem;

    IPPC-installatie: installatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    huisvestingssysteem: gedeelte van een dierenverblijf, waarin dieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden;

    maximale emissiewaarde: ammoniakemissie per dierplaats, die ingevolge een voorschrift gesteld krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer bij een diercategorie ten hoogste mag plaatsvinden;

    melkrundvee:

    • 1°.

      melkvee met bijbehorend vrouwelijk jongvee, dat overwegend wordt gehouden voor de melkproductie, met inbegrip van dieren die in de mestperiode worden gemolken, tijdens de lactatie worden gemest dan wel zijn drooggezet en worden afgemest, en

    • 2°.

      vrouwelijk vleesvee ouder dan 2 jaar met bijbehorend vrouwelijk jongvee, dat op een met melkvee vergelijkbare manier wordt gehouden voor de vleesproductie en het voortbrengen en zogen van kalveren;

    melkrundveehouderij: veehouderij die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het bedrijfsmatig houden van melkrundvee;

    omgevingsvergunning: vergunning voor een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    richtlijn (EEG) nr. 92/43: richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206);

    veehouderij: inrichting, die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het kweken, fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

    voor verzuring gevoelig gebied: gebied dat onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van het vervallen van de Interimwet ammoniak en veehouderij als voor verzuring gevoelig was aangemerkt krachtens artikel 1, tweede lid, van die wet, met dien verstande dat:

    • a.

      een gebied dat op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij als voor verzuring gevoelig gebied was aangewezen bij een verordening die tegelijk met voornoemde wet is vervallen, niet als voor verzuring gevoelig wordt aangemerkt, en

    • b.

      een gebied waarop voor 1 januari 2002 een convenant als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij van toepassing was, niet als voor verzuring gevoelig wordt aangemerkt.

  • 2

    Voor de berekening van de ammoniakemissie van een veehouderij wordt het aantal dieren dat in de veehouderij aanwezig mag zijn, vermenigvuldigd met de emissiefactoren.

  • 3

    Totdat een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, waarbij maximale emissiewaarden zijn vastgesteld, van kracht is, geldt voor de toepassing van deze wet als maximale emissiewaarde de waarde die als zodanig is vastgesteld bij ministeriële regeling. Voor een diercategorie waarvoor geen maximale emissiewaarde is vastgesteld, geldt als maximale emissiewaarde de emissiefactor behorende bij het betrokken huisvestingssysteem.

Informatie geldend op 17-01-2018

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling ammoniak en veehouderij

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Beleidsregels voorlopige emissiefactoren Regeling ammoniak en veehouderij

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Activiteitenbesluit milieubeheer
    artikel: 3.125a, 1.1, 3.112, 3.123

  2. Beleidsregels voorlopige emissiefactoren Regeling ammoniak en veehouderij
    artikel: 1

  3. Besluit emissiearme huisvesting
    artikel: 1

  4. Besluit milieueffectrapportage
    bijlage: , behorende bij het Besluit milieueffectrapportage

  5. Besluit omgevingsrecht
    artikel: 2.2a
    bijlage: I

  6. Interimwet stad-en-milieubenadering
    artikel: 1

  7. Regeling ammoniak en veehouderij

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-01-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

24-05-2013

wijziging

11-04-2013

Stb. 2013, 159

33197

26-04-2013

Stb. 2013, 176

01-10-2010

wijziging

25-03-2010

Stb. 2010, 142

31953

10-06-2010

Stb. 2010, 231

01-07-2008

wijziging

22-05-2008

Stb. 2008, 180

30938

16-06-2008

Stb. 2008, 227

13-06-2008

wijziging

29-05-2008

Stb. 2008, 197

31295

29-05-2008

Stb. 2008, 197

01-01-2008

wijziging

22-11-2006

Stb. 2006, 606

30483

26-11-2007

Stb. 2007, 472

Alg. 1

01-05-2007

wijziging

17-02-2007

Stb. 2007, 103

30654

24-04-2007

Stb. 2007, 156

23-05-2003

wijziging

03-04-2003

Stb. 2003, 189

28651

16-05-2003

Stb. 2003, 213

08-05-2002

nieuwe-regeling

31-01-2002

Stb. 2002, 93

27836

26-04-2002

Stb. 2002, 207

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het eerste lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.