Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2

  • 1

    Provinciale staten wijzen de gebieden aan die als zeer kwetsbaar gebied worden aangemerkt.

  • 2

    Alleen voor verzuring gevoelige gebieden, of delen daarvan, die zijn gelegen in de ecologische hoofdstructuur kunnen als zeer kwetsbaar gebied worden aangewezen.

  • 3

    Provinciale staten wijzen, onverminderd het tweede lid, alle voor verzuring gevoelige gebieden binnen een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming aan als zeer kwetsbaar gebied.

  • 4

    Bij de aanwijzing van gebieden, anders dan bedoeld in het derde lid, als zeer kwetsbaar gebied houden provinciale staten uitsluitend rekening met de volgende aspecten:

    • a.

      de gevoeligheid van het voor verzuring gevoelige gebied voor de effecten van ammoniak;

    • b.

      de in het voor verzuring gevoelige gebied aanwezige natuurwaarden;

    • c.

      de ecologische samenhang binnen het voor verzuring gevoelige gebied of van dat gebied met een of meer andere gebieden die als zeer kwetsbaar gebied worden aangewezen;

    • d.

      de grootte van het voor verzuring gevoelige gebied;

    • e.

      de gevolgen van de aanwijzing voor bestaande veehouderijen, voorzover de ecologische samenhang tussen de zeer kwetsbare gebieden daardoor niet wordt aangetast en geen verlies van bijzondere natuurwaarden optreedt.

  • 5

    Aanwijzing van een gebied als bedoeld in het vierde lid, kleiner dan 50 ha vindt slechts plaats indien het een gebied met zeer grote natuurwaarden betreft.

  • 6

    Een gebied kan slechts worden aangemerkt als gebied met zeer grote natuurwaarden als bedoeld in het vijfde lid indien:

    • a.

      in het gebied meer dan een soort aanwezig is die is opgenomen in bijlage II van richtlijn (EEG) nr. 92/43 of op een krachtens artikel 1.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming vastgestelde lijst en deze soorten of hun leefomgeving zeer gevoelig zijn voor de effecten van ammoniak;

    • b.

      het gebied door gedeputeerde staten, in overeenstemming met de lokale en regionale organisaties op het terrein van natuur en landbouw die naar het oordeel van gedeputeerde staten representatief zijn alsmede met de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten waartoe het betreffende gebied behoort, is voorgesteld om als zodanig te worden aangemerkt.

Informatie geldend op 17-01-2018

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene wet bestuursrecht
    bijlage: 2

  2. Wet ammoniak en veehouderij
    artikel: 2a

  3. Wijzigingswet Wet ammoniak en veehouderij
    artikel: II

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-01-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2017

wijziging

16-12-2015

Stb. 2016, 34

33348

11-10-2016

Stb. 2016, 384

01-05-2007

wijziging

17-02-2007

Stb. 2007, 103

30654

24-04-2007

Stb. 2007, 156

Alg. 1

08-05-2002

nieuwe-regeling

31-01-2002

Stb. 2002, 93

27836

26-04-2002

Stb. 2002, 207

Opmerkingen

  • 1) Artikel II van Stb. 2007/103 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.