Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 22 [Geldend t/m 24-05-2018]

  • 1

    Het verbod om strafrechtelijke persoonsgegevens te verwerken als bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door organen die krachtens de wet zijn belast met de toepassing van het strafrecht, alsmede door verantwoordelijken die deze hebben verkregen krachtens de Wet politiegegevens of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 2

    Het verbod is niet van toepassing op de verantwoordelijke die deze gegevens ten eigen behoeve verwerkt ter:

    • a.

      beoordeling van een verzoek van betrokkene om een beslissing over hem te nemen of aan hem een prestatie te leveren of

    • b.

      bescherming van zijn belangen voor zover het gaat om strafbare feiten die zijn of op grond van feiten en omstandigheden naar verwachting zullen worden gepleegd jegens hem of jegens personen die in zijn dienst zijn.

  • 3

    De verwerking van deze gegevens over personeel in dienst van de verantwoordelijke, vindt plaats overeenkomstig regels die zijn vastgesteld in overeenstemming met de procedure als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden.

  • 4

    Het verbod is niet van toepassing wanneer deze gegevens ten behoeve van derden worden verwerkt:

  • 5

    Het verbod om andere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16, te verwerken, is niet van toepassing voor zover dit noodzakelijk is in aanvulling op de verwerking van strafrechtelijke gegevens voor de doeleinden waarvoor deze gegevens worden verwerkt.

  • 6

    Het verbod is niet van toepassing op verwerkingen van strafrechtelijke gegevens door en ten behoeve van publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden van verantwoordelijken of groepen van verantwoordelijken indien de verwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van de taak van deze verantwoordelijken of groepen van verantwoordelijken en bij de uitvoering is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad.

  • 7

    Het tweede tot en met zesde lid is van overeenkomstige toepassing op persoonsgegevens betreffende een door de rechter opgelegd verbod naar aanleiding van onrechtmatig of hinderlijk gedrag.

  • 8

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de passende en specifieke waarborgen, bedoeld in het vierde lid, onder c.

Informatie geldend op 24-05-2018

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregels cameratoezicht, College bescherming persoonsgegevens
    tekst: tekst

  2. Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
    bijlage: 6

  3. Richtsnoeren publicatie van persoonsgegevens op internet
    tekst: tekst

  4. Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming
    artikel: 48

  5. Wet bescherming persoonsgegevens
    artikel: 23, 31

  6. Wet marktordening gezondheidszorg
    artikel: 60

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(24-05-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

25-05-2018

intrekking-regeling

16-05-2018

Stb. 2018, 144

34851

16-05-2018

Stb. 2018, 145

09-02-2012

wijziging

26-01-2012

Stb. 2012, 33

31841

26-01-2012

Stb. 2012, 33

01-01-2008

wijziging

21-07-2007

Stb. 2007, 300

30327

14-12-2007

Stb. 2007, 549

01-09-2004

wijziging

30-06-2004

Stb. 2004, 315

28886

03-08-2004

Stb. 2004, 390

01-04-2004

wijziging

07-11-2002

Stb. 2002, 552

24797

25-03-2004

Stb. 2004, 129

01-09-2001

nieuwe-regeling

06-07-2000

Stb. 2000, 302

25892

05-07-2001

Stb. 2001, 337