Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 74 [Geldend t/m 31-12-2019]

  • 1

    Machtigingen, verleend op grond van artikel 17, 23 of 24 van de wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, en machtigingen, verleend op grond van de artikelen 387 en 388 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken op het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip, worden voor de toepassing van deze wet aangemerkt als machtiging tot voortgezet verblijf als bedoeld in artikel 15 van deze wet. Zij blijven tot het eind van hun geldigheidsduur, doch in elk geval gedurende negen weken na het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip van kracht.

  • 2

    Inbewaringstellingen als bedoeld in artikel 35b van de wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, die op grond van een beslissing van de rechter krachtens artikel 35i, eerste lid, van die wet zijn voortgezet, en waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken op het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip, worden voor de toepassing van deze wet aangemerkt als machtigingen tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in hoofdstuk II, paragraaf 3. Zij blijven tot het eind van hun geldigheidsduur, doch in elk geval gedurende twee weken na het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip van kracht.

  • 3

    Inbewaringstellingen als bedoeld in artikel 35b van de wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, naar aanleiding waarvan op het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip nog geen vordering als bedoeld in artikel 35i van die wet is ingesteld, worden aangemerkt als een last tot inbewaringstelling. De artikelen 25 en 26 zijn van toepassing met dien verstande dat de berichtgeving door de burgemeester - voor zover zij niet reeds voor bovenbedoeld tijdstip is geschied - in elk geval plaatsvindt binnen de aangegeven termijnen na dit tijdstip. Artikel 27 is van toepassing met dien verstande dat - indien de berichtgeving van de burgemeester voor bovenbedoeld tijdstip is geschied - het verzoek van de officier, bedoeld in het eerste lid van artikel 27 in elk geval wordt gedaan binnen de aangegeven termijn na dit tijdstip.

  • 4

    De behandeling van verzoekschriften en requisitoiren tot het verkrijgen van een machtiging op grond van artikel 17 van de wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, en van vorderingen van officieren van justitie, ingesteld op grond van artikel 35i van die wet, waarop nog niet is beslist op het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip, wordt met toepassing van de genoemde wet voortgezet, met dien verstande dat de rechter

    • -

      op vorderingen op grond van artikel 17 van die wet beschikt als ware de vordering ingesteld met toepassing van hoofdstuk II, § 1, van deze wet, en

    • -

      op vorderingen op grond van artikel 35i van die wet beschikt als ware de vordering een verzoek in de zin van artikel 27, eerste lid, van deze wet.

  • 5

    De behandeling van verzoekschriften en requisitoiren tot het verkrijgen van een machtiging op grond van artikel 23 of 24 van de wet van 27 april 1884, Stb. 96, tot regeling van het Staatstoezicht op krankzinnigen, dan wel van een machtiging of een verlenging daarvan op grond van de artikelen 387 en 388 van Boek 1 van het Burgelijk Wetboek, waarop nog niet is beslist op het krachtens artikel 80, tweede lid, vastgestelde tijdstip, wordt niet voortgezet.

  • 6

    Omtrent de patiënten, ten aanzien van wie ingevolge het eerste en tweede lid machtigingen en inbewaringstellingen van kracht blijven, worden aan de inspecteur en de officier van justitie de door Onze Minister te bepalen gegevens verstrekt binnen een daarbij door Onze Minister te stellen termijn.

Informatie geldend op 21-12-2019

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(21-12-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

Alg. 1

01-01-2020

intrekking-regeling

24-01-2018

Stb. 2018, 37

32399

21-11-2019

Stb. 2019, 437

Alg. 2

01-01-2002

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 581

27824

10-12-2001

Stb. 2001, 621

17-01-1994

nieuwe-regeling

29-10-1992

Stb. 1992, 669

11270

21-12-1993

Stb. 1993, 755

Opmerkingen

  • 1) De wijziging kan niet worden doorgevoerd door de intrekking van de regeling. Deze wijziging kan niet meer in werking treden.

  • 2) Artikel 15:1 van Stb. 2018/37 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.