Gedeputeerde staten kunnen in een beschikking vaststellen of sprake is van een geval van ernstige verontreiniging:
naar aanleiding van een nader onderzoek of
naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid.
Gedeputeerde staten nemen in ieder geval een beschikking:
op aanvraag van degene die het nader onderzoek heeft overgelegd of degene die de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, heeft gedaan;
indien toepassing wordt gegeven aan artikel 39, eerste lid.
Gedeputeerde staten nemen een beschikking zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien weken na ontvangst van:
het nader onderzoek of de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, of
een later daartoe strekkende aanvraag van degene die het nader onderzoek heeft overgelegd of degene die de melding, bedoeld in artikel 28, eerste lid, heeft gedaan.
Degene die een melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid, heeft gedaan, gaat niet over tot de in dat lid bedoelde handelingen dan:
nadat een beschikking als bedoeld in het eerste lid, onder b, is gegeven, dan wel
indien binnen de termijn, bedoeld in het derde lid, geen beschikking is gegeven als bedoeld in het eerste lid, onder b: nadat die termijn is verstreken.
In afwijking van het eerste en tweede lid nemen gedeputeerde staten geen beschikking als bedoeld in het eerste lid naar aanleiding van een melding die is gedaan overeenkomstig artikel 28, derde lid. Degene die een melding als bedoeld in artikel 28, derde lid, heeft gedaan, gaat niet over tot de in dat lid bedoelde handelingen dan:
nadat sinds de melding ten minste vijf weken zijn verlopen, en
indien voor die handelingen een vergunning is vereist op grond van de Waterwet of de verordening van een waterschap: nadat die vergunning is verleend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
bijlage: behorende bij artikel 2, eerste lid, van het Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten)
Besluit bodemkwaliteit
artikel: 21
Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
artikel: 6a, 2a
Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013
circulaire.divisie: 2
bijlage: 6
Invoeringsbesluit Waterwet
artikel: XXIX
Invoeringswet Waterwet
artikel: 2.17
Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming
artikel: 2
Wet bodembescherming
artikel: 63c, 55d, 39b, 37, 39, 55, 88, 99
Wijzigingswet Wet bodembescherming, enz. (beleid inzake bodemsaneringen)
artikel: II
(06-01-2018)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
22-11-2012 |
08-01-2013 |
||||||
wijziging |
15-09-2005 |
15-09-2005 |
||||||
wijziging |
26-05-2005 |
22-06-2005 |
||||||
wijziging |
28-01-1999 |
04-02-1999 |
||||||
wijziging |
30-01-1997 |
08-04-1997 |
||||||
wijziging |
24-05-1996 |
24-05-1996 |
||||||
wijziging |
30-05-1994 |
Stb. 1994, 374 |
19-12-1994 |
Stb. 1994, 908 |
Opmerkingen
1) Artikelen 14 en 91, tweeede lid, werken terug tot en met 1 januari 1995.