[Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.]
De autoriteiten die daartoe door Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn aangewezen, zijn bevoegd alle voorwerpen ten aanzien waarvan ernstig vermoeden bestaat dat zij zullen dienen tot verstoring van de openbare orde en veiligheid, of waaruit aanwijzingen kunnen worden verkregen omtrent een mogelijke verstoring van de openbare orde, te onderzoeken, in beslag te nemen, dan wel het gebruik daarvan te beperken of geheel te verbieden.
[Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.]
Van elke inbeslagneming wordt proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal, dat mede de redenen van de inbeslagneming vermeldt, wordt binnen tweemaal vierentwintig uren aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie en aan de belanghebbende in afschrift medegedeeld, voor zover mededeling aan de belanghebbende niet strijdig kan worden geoordeeld met het belang van de staat. Voorts wordt van elke beperking en elk verbod aan Onze voornoemde Minister onverwijld kennis gegeven, onder opgave van de redenen die tot deze maatregel hebben geleid.
[Dit lid is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit lid in werking treden.]
Tegen elke inbeslagneming, elke beperking of elk verbod kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij Onze Minister van Veiligheid en Justitie. Onze Minister beslist hierop zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen acht weken.
Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie worden nadere regels gegeven met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Coördinatiewet uitzonderingstoestanden
bijlage: B
Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
artikel: 30, 35
(22-06-2017)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
03-04-1996 |
|||||||
|
wijziging |
12-07-2012 |
|||||||
|
01-01-2013 |
wijziging |
12-07-2012 |
12-07-2012 |
|||||
|
nieuwe-regeling |
03-04-1996 |
23-04-1997 |
||||||
Opmerkingen
1) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2013 (Stb. 2012/317).