Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 19

[Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

  • 1

    De geïnterneerde kan de in artikel 18, derde lid, bedoelde rechtbank schriftelijk verzoeken te beslissen over de rechtmatigheid van de internering en zijn invrijheidstelling te gelasten. De rechtbank hoort hem zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na de indiening van het verzoekschrift.

  • 2

    Onze Minister van Veiligheid en Justitie wordt in de gelegenheid gesteld de redenen van de internering nader toe te lichten.

  • 3

    De rechtbank kan hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de geïnterneerde of van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, bepaalde personen als getuige of deskundige oproepen. Zij kan zonodig tolken oproepen. Een verzoek tot het horen van bepaalde getuigen of deskundigen kan slechts bij gemotiveerde beslissing worden afgewezen.

  • 4

    De oproepingen geschieden door de griffier bij aangetekende brief, tenzij de rechtbank een andere wijze van oproepen beveelt.

  • 5

    De rechtbank kan bevelen dat getuigen, deskundigen of tolken die, hoewel wettelijk opgeroepen, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor haar worden gebracht om aan hun verplichtingen te voldoen.

  • 6

    Een ieder is verplicht, daartoe op wettige wijze opgeroepen, getuigenis af te leggen. Van deze verplichting kunnen zich verschonen:

    • a.

      de bloed- of aanverwanten van de geïnterneerde in de rechte lijn, de bloed- of aanverwanten van de geïnterneerde in de zijlijn tot de derde graad ingesloten en de echtgenoot of vroegere echtgenoot van de geïnterneerde;

    • b.

      zij die tot geheimhouding verplicht zijn uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking omtrent hetgeen hun in die hoedanigheid is toevertrouwd.

  • 7

    De getuige kan zich verschonen van het beantwoorden van een hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf, of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn tot de derde graad ingesloten of zijn echtgenoot of vroegere echtgenoot aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling ter zake van een misdrijf zou blootstellen.

  • 8

    De rechtbank kan bevelen dat getuigen niet zullen worden gehoord dan na het afleggen van een eed of belofte. De getuige legt in dat geval in handen van de voorzitter de eed of belofte af dat hij de waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen.

  • 9

    Getuigen, deskundigen en tolken, opgeroepen ingevolge het derde lid, ontvangen desverlangd voor reis- en verblijfkosten alsmede wegens tijdverzuim en daarmee verband houdende noodzakelijke kosten, een vergoeding uit ’s Rijks kas overeenkomstig het bij of krachtens de Wet griffierechten burgerlijke zaken bepaalde.

  • 10

    De behandeling geschiedt ter openbare terechtziting, maar de rechtbank kan gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten deuren bevelen in het belang van de openbare orde of ’s lands veiligheid, of ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de geïnterneerde. De uitspraak geschiedt in het openbaar.

  • 11

    De rechtbank beslist zo spoedig mogelijk op het verzoekschrift, doch uiterlijk binnen twee maanden na de indiening daarvan. Deze termijn kan met ten hoogste een maand worden verlengd. De beschikking van de rechtbank is met redenen omkleed, behoudens voor zover het belang van de staat zich tegen vermelding van deze redenen verzet. Indien de rechtbank de internering onrechtmatig oordeelt, gelast zij de onmiddellijke invrijheidstelling.

  • 12

    De griffier verzendt terstond een afschrift van de beschikking aan de geïnterneerde en aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie. De aan de geïnterneerde en aan de Minister gezonden afschriften van de beschikking vermelden de datum van verzending.

Informatie geldend op 22-06-2017

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Coördinatiewet uitzonderingstoestanden
    bijlage: B

  2. Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
    artikel: 35

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(22-06-2017)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

nieuwe-regeling

03-04-1996

Stb. 1996, 367

23789

wijziging

30-09-2010

Stb. 2010, 715

31758

Alg. 1

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 316

32822

Alg. 2

Opmerkingen

  • 1) De wijziging is in werking getreden op 1 november 2010 (Stb. 2010/726).

  • 2) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2013 (Stb. 2012/317).