[Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan, indien bij nader onderzoek blijkt dat een internering ten onrechte heeft plaatsgevonden, op verzoek van een gewezen geïnterneerde of diens erfgenamen naar billijkheid een geldelijke tegemoetkoming toekennen voor de schade die de gewezen geïnterneerde als onmiddellijk gevolg van de internering heeft geleden.
Het daartoe strekkend verzoek wordt slechts in behandeling genomen, indien het is ingediend binnen drie maanden na de dag waarop de invrijheidstelling of het overlijden tijdens de internering heeft plaatsgevonden.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(22-06-2017)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuwe-regeling |
03-04-1996 |
|||||||
|
wijziging |
12-07-2012 |
|||||||
Opmerkingen
1) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2013 (Stb. 2012/317).