[Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
De commissaris van de Koning en de burgemeester handelen bij de uitoefening van hun bevoegdheden die betrekking hebben op de handhaving van de openbare orde en veiligheid, in overeenstemming met de aanwijzingen van Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
De burgemeester handelt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden die betrekking hebben op de handhaving van de openbare orde en veiligheid, mede in overeenstemming met de aanwijzingen van de commissaris van de Koning.
Bij twijfel of de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn uitgeoefend in overeenstemming met de aanwijzingen van Onze voornoemde Minister en van de commissaris van de Koning, verbinden de maatregelen, genomen krachtens die bevoegdheden, totdat zij zijn ingetrokken.
Ten aanzien van de voorschriften die op de voet van dit artikel zijn uitgevaardigd, blijft artikel 176, derde tot en met zesde lid, van de Gemeentewet buiten toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Coördinatiewet uitzonderingstoestanden
bijlage: A, B
Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag
artikel: 1, 35
(22-06-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
03-04-1996 |
|||||||
wijziging |
12-07-2012 |
Opmerkingen
1) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2013 (Stb. 2012/317).