Onze Minister kan maatregelen treffen met betrekking tot:
diervoeders, diergeneesmiddelen en samenstellingen daarvan ten aanzien waarvan niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet of ten aanzien waarvan dit wordt vermoed, en
diervoeders, diergeneesmiddelen en samenstellingen daarvan die de gezondheid van mens of dier of het milieu in gevaar kunnen brengen.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, kunnen inhouden:
een verbod op het vervoeren, het bewerken of het verwerken en het in de handel brengen;
een verplichting tot tijdelijke opslag;
een verplichting tot het terugroepen of het uit de handel nemen;
een verplichting tot het vernietigen;
een verbod op het in of buiten Nederland brengen;
een verplichting tot het terugzenden, voor zover het product afkomstig is uit een ander land;
een verplichting om houders, dan wel vermoedelijke houders onverwijld en op doeltreffende wijze op de hoogte te stellen;
een verplichting tot het identificeren en registreren van de diervoeders, diergeneesmiddelen en samenstellingen daarvan;
een verplichting tot het ontsmetten, dan wel het toepassen van een andere passende behandeling;
een verplichting tot het ophalen van in de handel gebrachte diervoeders, diergeneesmiddelen en samenstellingen daarvan en het opslaan op een bij de maatregel aangewezen plaats;
een verplichting om de diervoeders, diergeneesmiddelen en samenstellingen daarvan voor andere doeleinden te gebruiken, en
een verbod op het voederen aan, het toepassen bij of het brengen in de nabijheid van dieren.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(03-01-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuwe-regeling |
19-05-2011 |
13-12-2012 |
||||||