Onze Minister kan ter uitvoering van artikel 55 van verordening (EU) Nr. 528/2012 ambtshalve of op aanvraag vrijstelling verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 43, eerste lid, om te handelen in strijd met artikel 17, eerste lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012 en van de voorwaarden van artikel 19 van verordening (EU) Nr. 528/2012 inzake het verlenen van een toelating voor een biocide.
Indien een onverwijlde voorziening noodzakelijk is, kan Onze Minister bepalen dat de vrijstelling onmiddellijk in werking treedt. In dat geval wordt het vrijstellingsbesluit, in afwijking van artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht op elektronische wijze bekendgemaakt.
Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat een aanvraag eerst in behandeling wordt genomen nadat een bij die regeling vastgesteld bedrag is voldaan op een daarbij te bepalen wijze. Bij regeling van Onze Minister kunnen tevens regels worden gesteld omtrent de te volgen procedure en de minimumvoorwaarden voor vrijstelling.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(03-01-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
10-12-2014 |
10-12-2014 |
||||||
t/m 01-09-2013 |
wijziging |
06-11-2013 |
06-11-2013 |
|||||
nieuwe-regeling |
17-02-2007 |
10-10-2007 |