Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 14

  • 1

    Onverminderd artikel 30c, tweede, vierde en vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepaalt het college welke gegevens ten behoeve van de verlening van de uitkering dan wel de voortzetting daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt. De gegevens en bewijsstukken worden door het college niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen dan wel voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, alsmede uit de basisregistratie personen, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het college op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    In aanvulling op het eerste lid kan het college de belanghebbende verzoeken aan te tonen dat:

    • a.

      hij een werkloze werknemer is als bedoeld in artikel 5, vierde lid;

    • b.

      de feitelijke woonsituatie van hemzelf, van zijn echtgenoot of van een kind in overeenstemming is met het door hem verstrekte adres van hemzelf, zijn echtgenoot of van een kind.

    Teneinde hem daartoe in de gelegenheid te stellen kan het college bij die verzoeken de belanghebbende aanbieden met diens toestemming zijn woning binnen te treden.

  • 3

    Indien de belanghebbende niet desgevraagd aantoont dat hij een werkloze werknemer is als bedoeld in artikel 5, vierde lid:

    • a.

      kent het college de uitkering toe respectievelijk herziet het de uitkering naar de helft van de grondslag, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel a;

    • b.

      wordt de belanghebbende voor de toepassing van de artikelen 37a, tweede lid, en 38 niet als alleenstaande ouder aangemerkt.

  • 4

    Indien de belanghebbende niet desgevraagd de woonsituatie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, aantoont op de wijze bedoeld in de laatste zin van dat lid, schort het college de betaling van de uitkering op, niet dan nadat het college aan belanghebbende gelegenheid heeft gegeven op andere wijze aan te tonen dat het feitelijke woonadres overeenkomt met het verstrekte adres, indien daartoe niet eerder aan belanghebbende gelegenheid is geboden.

  • 5

    Het college doet schriftelijke mededeling van de opschorting aan de belanghebbende en stelt hem daarbij in de gelegenheid om aan te tonen dat het feitelijke woonadres overeenstemt met het verstrekte adres. Artikel 17a, vierde lid, tweede zin, is van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Het college is bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zonodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op uitkering. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft kan het college besluiten tot herziening van de uitkering.

  • 7

    De voordracht voor een krachtens het eerste lid, derde zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Informatie geldend op 26-06-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit SUWI
    artikel: 5.2a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(26-06-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2015

wijziging

02-07-2014

Stb. 2014, 269

33801

04-07-2014

Stb. 2014, 271

Alg. 1

01-01-2015

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 227

33716

04-07-2014

Stb. 2014, 271

06-01-2014

wijziging

10-07-2013

Stb. 2013, 316

33555

28-11-2013

Stb. 2013, 494

Inwtr. 2

01-01-2013

wijziging

04-10-2012

Stb. 2012, 463

31929

13-10-2012

Stb. 2012, 482

01-01-2010

wijziging

17-12-2009

Stb. 2009, 592

31927

27-12-2009

Stb. 2009, 593

01-08-2009

wijziging

02-07-2009

Stb. 2009, 318

31811

18-07-2009

Stb. 2009, 319

01-01-2009

wijziging

29-12-2008

Stb. 2008, 600

31514

29-12-2008

Stb. 2008, 601

01-01-2008

wijziging

29-11-2007

Stb. 2007, 551

31229

14-12-2007

Stb. 2007, 552

wijziging

12-12-2007

Stb. 2007, 555

30970

14-12-2007

Stb. 2007, 556

wijziging

20-12-2007

Stb. 2007, 564

30673

20-12-2007

Stb. 2007, 565

Alg. 3

01-01-2004

wijziging

09-10-2003

Stb. 2003, 376

28960

10-10-2003

Stb. 2003, 386

01-01-2002

wijziging

29-11-2001

Stb. 2001, 625

27665

13-12-2001

Stb. 2001, 682

Alg. 4

01-01-1996

wijziging

18-04-1995

Stb. 1995, 205

12-04-1995

Stb. 1995, 201

01-01-1996

vervallen

12-04-1995

Stb. 1995, 200

22614

12-04-1995

Stb. 1995, 201

nieuw

12-04-1995

Stb. 1995, 200

22614

12-04-1995

Stb. 1995, 201

01-01-1987

nieuwe-regeling

06-11-1986

Stb. 1986, 565

19260

26-11-1986

Stb. 1986, 597

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 2) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

  • 3) Abusievelijk voegt het Staatsblad een tweede lid 7 toe.

  • 4) De wijzigingsopdracht voor artikel 14 is niet geheel juist.