Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.17 In aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige

  • 1

    Bij het bepalen van de winst komen, onverminderd de artikelen 3.14, 3.15 en 3.16, kosten en lasten die verband houden met de volgende posten, tot het bij die posten aangegeven gedeelte in aftrek:

    • a.

      ten behoeve van de belastingplichtige zelf:

      • 1°.

        verhuizing naar een andere woonruimte: de kosten van het overbrengen van zijn inboedel, vermeerderd met € 7750;

      • 2°.

        huisvesting buiten zijn woonplaats: gedurende ten hoogste twee jaar;

    • b.

      tot het privé-vermogen van de belastingplichtige behorend of door hem in privé gehuurd vervoermiddel: € 0,19 per kilometer;

    • c.

      tot het privé-vermogen van de belastingplichtige behorende of door hem in privé gehuurde bezittingen, andere dan vervoermiddelen als bedoeld in onderdeel b:

      • 1º.

        indien de bezittingen tot het privé-vermogen behoren: een gebruiksvergoeding van ten hoogste het voordeel uit sparen en beleggen dat ter zake van deze bezittingen in aanmerking wordt genomen, zonder daarbij rekening te houden met het heffingvrije vermogen bedoeld in artikel 5.5, dat kan worden toegerekend aan de periode van het gebruik van de bezitting in de onderneming, alsmede een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door de huurder plegen te worden gedragen;

      • 2º.

        indien de bezittingen in privé zijn gehuurd: een gebruiksvergoeding van ten hoogste een evenredig deel van de huurprijs dat kan worden toegerekend aan de periode van het gebruik van de bezitting in de onderneming, alsmede een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door de huurder plegen te worden gedragen.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld voor de beoordeling of in ieder geval in het kader van de onderneming is verhuisd.

  • 3

    Indien een belastingplichtige uit meer dan een onderneming of werkzaamheid als bedoeld in afdeling 3.4 winst respectievelijk resultaat behaalt, worden de kosten en lasten van de posten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gezamenlijk bij één onderneming of werkzaamheid in aanmerking genomen.

  • 4

    Voor de toepassing van dit artikel, behoudens het eerste lid, onderdeel c, worden met de belastingplichtige gelijkgesteld personen die behoren tot zijn huishouden.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2009

wijziging

18-12-2008

Stb. 2008, 565

31704

18-12-2008

Stb. 2008, 565

01-01-2006

wijziging

15-12-2005

Stb. 2005, 683

30306

15-12-2005

Stb. 2005, 683

01-01-2005

wijziging

18-12-2003
samen met
19-12-2003

Stb. 2003, 528
samen met
Stcrt. 2003, 249

29026

18-12-2003

Stb. 2003, 528

01-01-2004

wijziging

18-12-2003

Stb. 2003, 526

29210

18-12-2003

Stb. 2003, 526

Inwtr. 1

01-01-2002

wijziging

11-05-2000

Stb. 2000, 216

26728

11-05-2000

Stb. 2000, 216

wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 642

28014

14-12-2001

Stb. 2001, 642

Inwtr. 2

01-01-2001

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 570

27466

14-12-2000

Stb. 2000, 570

nieuwe-regeling

11-05-2000

Stb. 2000, 215

26727

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Inwtr. 3

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 2) Artikel 3.86 werkt terug tot en met 1 januari 2001. De artikelen 3.20 vierde lid, 3.20 negende lid en 3.145 vierde en negende lid gelden voor het kalenderjaar 2002.

  • 3) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.