De aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die zijn aangewezen als bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu (milieu-bedrijfsmiddelen) kunnen door de belastingplichtige voor 75 percent willekeurig worden afgeschreven. Artikel 3.30a, eerste lid, is op deze milieu-bedrijfsmiddelen niet van toepassing.
Bij ministeriële regeling kunnen milieu-bedrijfsmiddelen worden aangewezen door Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat in overeenstemming met Onze Minister en na overleg met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Als milieu-bedrijfsmiddelen kunnen uitsluitend worden aangewezen bedrijfsmiddelen die in Nederland nog niet gangbaar zijn, niet eerder zijn gebruikt en er in belangrijke mate toe kunnen bijdragen dat de nadelige gevolgen voor het Nederlandse milieu van menselijke activiteiten – daaronder begrepen het verbruik van grondstoffen – in de vorm van verontreiniging, aantasting of uitputting worden voorkomen, beperkt of ongedaan gemaakt.
Op milieu-bedrijfsmiddelen die bestemd zijn om te worden gebruikt buiten Nederland, kan alleen willekeurig worden afgeschreven indien op een door de belastingplichtige gedaan schriftelijk verzoek door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is verklaard dat het gebruik van de bedrijfsmiddelen in belangrijke mate kan bijdragen aan de bescherming van het Nederlandse milieu. Het verzoek wordt gedaan binnen een door Onze Minister te stellen termijn.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Beleidsregels cumulatietoets steun in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie
artikel: 11
Buitentoepassingstelling gedeelte 2007 willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek
artikel: 1
Buitentoepassingstelling voor gedeelte van 2002 van willekeurige afschrijving milieu-investeringen, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek
artikel: 1
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, investeringsaftrek
tekst: tekst
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, invordering, lease, leaseregeling, goed koopmansgebruik
tekst: tekst
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, winst uit zeescheepvaart, afschrijving op zeeschepen, samenwerkingsverbanden in zeescheepvaartondernemingen en forfaitaire winstvaststelling
tekst: tekst
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting
tekst: tekst
Mijnbouwwet
artikel: 68
Regeling groenprojecten 2016
artikel: 1
Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001
artikel: 1, 2, 3
Wet inkomstenbelasting 2001
artikel: 10b.1, 3.22, 3.38, 3.95
(13-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
23-12-2010 |
Stb. 2010, 872 |
||||||
01-01-2024 |
vervallen |
18-12-2013 |
18-12-2013 |
Stb. 2013, 565 |
||||
wijziging |
19-12-2018 |
19-12-2018 |
||||||
wijziging |
16-10-2013 |
16-10-2013 |
||||||
t/m 01-01-2011 |
wijziging |
24-11-2011 |
24-11-2011 |
|||||
wijziging |
23-12-2010 |
23-12-2010 |
||||||
t/m 01-01-2009 |
wijziging |
30-11-2006 |
15-01-2009 |
|||||
wijziging |
12-12-2002 |
12-12-2002 |
||||||
nieuwe-regeling |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
Opmerkingen
1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2013/565. In Stb. 2010/872 was de inwerkingtreding voorzien voor 1 januari 2014.
2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2013/565 gesteld op 1 januari 2019.
3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
4) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.