Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.37 Mogelijkheid verplichte verklaring bij willekeurige afschrijving

  • 1

    Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de willekeurige afschrijving op andere aangewezen bedrijfsmiddelen alleen van toepassing is indien op een door of namens de belastingplichtige gedaan verzoek door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is verklaard dat sprake is van een aangewezen bedrijfsmiddel. Bij die regeling kunnen tevens nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verklaring.

  • 2

    Tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven inzake beroep tegen de in het eerste lid bedoelde verklaring, kunnen de belanghebbende en Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat beroep in cassatie instellen ter zake van schending of verkeerde toepassing van het eerste lid met betrekking tot het begrip bedrijfsmiddelen. Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij het College van Beroep voor het bedrijfsleven de plaats inneemt van een gerechtshof.

Informatie geldend op 13-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene wet bestuursrecht
    bijlage: 2

  2. Belastingplan 2005
    artikel: XXXIa

  3. Mijnbouwwet
    artikel: 68

  4. Wet inkomstenbelasting 2001
    artikel: 3.22

  5. Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    artikel: 8

  6. Wijzigingswet belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2004)
    artikel: XXA

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2019

wijziging

19-12-2018

Stb. 2018, 507

35027

19-12-2018

Stb. 2018, 507

01-01-2014

wijziging

16-10-2013

Stb. 2013, 413

33637

16-10-2013

Stb. 2013, 413

01-01-2013

wijziging

20-12-2012

Stb. 2012, 682

32450

20-12-2012

Stb. 2012, 684

Alg. 1

01-01-2012

wijziging

24-11-2011

Stb. 2011, 562

32810

24-11-2011

Stb. 2011, 562

01-01-2005

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 653

29767

16-12-2004

Stb. 2004, 653

Inwtr. 2

01-01-2004

wijziging

18-12-2003

Stb. 2003, 527

29035

18-12-2003

Stb. 2003, 527

Inwtr. 3

01-01-2003

wijziging

12-12-2002

Stb. 2002, 615

28607

12-12-2002

Stb. 2002, 615

Inwtr. 4

16-07-2002

wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 641

28034

Stb. 2002, 360

01-01-2001

nieuwe-regeling

11-05-2000

Stb. 2000, 215

26727

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Inwtr. 5

Opmerkingen

  • 1) Deel C, artikel I, van Stb. 2012/682 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet. Bij Stb. 2003/527 is in artikel XXA een bepaling betreffende de toepassing gepubliceerd.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 5) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.