Indien in een kalenderjaar in een onderneming die de ondernemer voor eigen rekening drijft, wordt geïnvesteerd in niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen met betrekking waartoe op een door de ondernemer gedaan verzoek door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is verklaard dat sprake is van energie-investeringen, en de ondernemer daarvoor bij de aangifte kiest, wordt een in het derde lid aangewezen percentage van het bedrag aan energie-investeringen ten laste gebracht van de winst over dat jaar (energie-investeringsaftrek).
Energie-investeringen zijn investeringen die door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat in overeenstemming met Onze Minister en na overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij ministeriële regeling zijn aangewezen als investeringen die in het belang zijn van een doelmatig gebruik van energie.
De energie-investeringsaftrek bedraagt 45,5 percent.
Als bedrag aan energie-investeringen wordt ten hoogste in aanmerking genomen:
indien de onderneming die de ondernemer voor eigen rekening drijft geen deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met een of meer andere ondernemers die daarbij voor eigen rekening een onderneming drijven of belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting: € 128.000.000;
indien de onderneming die de ondernemer voor eigen rekening drijft wel deel uitmaakt van een zodanig samenwerkingsverband: € 128.000.000 vermenigvuldigd met het bedrag aan energie-investeringen van de ondernemer en gedeeld door het gezamenlijke bedrag aan energie-investeringen van de ondernemer en de bedoelde andere deelnemers aan het samenwerkingsverband.
Onder de aanschaffings- of voortbrengingskosten ter zake van een energie-investering als bedoeld in het eerste lid, worden, indien de ondernemer daarvoor bij de aangifte kiest, tevens begrepen de kosten van een advies ter zake van energiebesparende maatregelen in gebouwen of bij processen dat op die investering of mede op die investering betrekking heeft en voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen eisen.
De energie-investeringsaftrek is van toepassing indien de energie-investering is aangemeld bij Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Bij ministeriële regeling kunnen door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat in overeenstemming met Onze Minister:
regels worden gesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde verklaring en
regels worden gesteld met betrekking tot het zesde lid.
Tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven inzake beroep tegen de in het eerste lid bedoelde verklaring, kunnen de belanghebbende en Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat beroep in cassatie instellen ter zake van schending of verkeerde toepassing van de begrippen investeren en bedrijfsmiddelen. Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij het College van Beroep voor het bedrijfsleven de plaats inneemt van een gerechtshof.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Uitvoeringsregeling investeringsaftrek Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES eilanden 2010
Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2002)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
bijlage: 2
Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019
artikel: 10
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, investeringsaftrek
tekst: tekst, tekst
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, invordering, lease, leaseregeling, goed koopmansgebruik
tekst: tekst
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2021
artikel: 4
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
artikel: 4.7.5, 4.5.9
Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001
artikel: 2, 5
bijlage: bijlage, behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001
Uitvoeringsregeling investeringsaftrek Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES eilanden 2010
artikel: 1, 3, 4, 6, 11
Wet inkomstenbelasting 2001
artikel: 10b.1, 3.22, 3.44, 3.52, 10.10, 10.1
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
artikel: 23b
Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2002)
(13-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
23-12-2010 |
Stb. 2010, 872 |
||||||
01-01-2024 |
vervallen |
18-12-2013 |
18-12-2013 |
Stb. 2013, 565 |
||||
01-01-2022 |
wijziging |
28-12-2021 |
28-12-2021 |
|||||
wijziging |
31-12-2020 |
31-12-2020 |
||||||
wijziging |
21-12-2016 |
21-12-2016 |
||||||
wijziging |
18-12-2019 |
18-12-2019 |
||||||
wijziging |
19-12-2018 |
19-12-2018 |
||||||
wijziging |
31-12-2018 |
31-12-2018 |
||||||
wijziging |
19-12-2018 |
19-12-2018 |
||||||
wijziging |
28-12-2017 |
28-12-2017 |
||||||
wijziging |
20-12-2017 |
20-12-2017 |
||||||
t/m 01-01-2017 |
wijziging |
21-12-2016 |
19-06-2017 |
|||||
wijziging |
21-12-2016 |
21-12-2016 |
||||||
wijziging |
23-12-2015 |
23-12-2015 |
||||||
wijziging |
30-12-2015 |
30-12-2015 |
||||||
wijziging |
30-12-2014 |
30-12-2014 |
||||||
wijziging |
16-10-2013 |
16-10-2013 |
||||||
wijziging |
18-12-2013 |
18-12-2013 |
||||||
wijziging |
20-12-2012 |
20-12-2012 |
||||||
wijziging |
24-11-2011 |
24-11-2011 |
||||||
wijziging |
30-12-2011 |
30-12-2011 |
||||||
wijziging |
22-12-2011 |
22-12-2011 |
||||||
wijziging |
16-12-2010 |
16-12-2010 |
||||||
wijziging |
23-12-2010 |
23-12-2010 |
||||||
wijziging |
10-12-2009 |
10-12-2009 |
||||||
wijziging |
16-12-2008 |
16-12-2008 |
||||||
wijziging |
23-11-2007 |
23-11-2007 |
||||||
wijziging |
12-12-2007 |
12-12-2007 |
||||||
t/m 28-11-2007 |
wijziging |
23-11-2007 |
23-11-2007 |
|||||
wijziging |
07-12-2006 |
07-12-2006 |
||||||
wijziging |
11-10-2006 |
11-10-2006 |
||||||
t/m 12-10-2006 |
wijziging |
11-10-2006 |
11-10-2006 |
|||||
wijziging |
06-12-2005 |
06-12-2005 |
||||||
wijziging |
17-12-2004 |
17-12-2004 |
||||||
wijziging |
16-12-2004 |
16-12-2004 |
||||||
wijziging |
19-12-2003 |
Stcrt. 2003, 250 |
19-12-2003 |
Stcrt. 2003, 250 |
||||
wijziging |
19-12-2002 |
Stcrt. 2002, 248 |
19-12-2002 |
Stcrt. 2002, 248 |
||||
wijziging |
24-09-2002 |
Stcrt. 2002, 184 |
24-09-2002 |
Stcrt. 2002, 184 |
||||
wijziging |
28-12-2001 |
Stcrt. 2001, 250 |
28-12-2001 |
Stcrt. 2001, 250 |
||||
wijziging |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
||||||
t/m 01-01-2001 |
wijziging |
18-10-2001 |
18-10-2001 |
|||||
wijziging |
14-12-2000 |
14-12-2000 |
||||||
wijziging |
14-12-2000 |
14-12-2000 |
||||||
wijziging |
14-12-2000 |
14-12-2000 |
||||||
nieuwe-regeling |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
Opmerkingen
1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2013/565. In Stb. 2010/872 was de inwerkingtreding voorzien voor 1 januari 2014.
2) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2013/565 gesteld op 1 januari 2019.
3) Deel C, artikel I, van Stb. 2012/682 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
5) Werkt terug tot en met 1 januari 2001.
6) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.