Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.54a Terugkeerreserve

  • 1

    Indien de belastingplichtige de onderneming van een vennootschap waarvan hij aandelen of winstbewijzen houdt, in het kader van de ontbinding van die vennootschap met toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, voortzet of mede voortzet, wordt op het tijdstip van de voortzetting op de balans van de onderneming een reserve gevormd (positieve of negatieve terugkeerreserve).

  • 2

    De terugkeerreserve wordt gesteld op de helft van het vervreemdingsvoordeel dat op grond van artikel 4.24a of artikel 4.42a voor de heffing buiten aanmerking blijft, na het vervreemdingsvoordeel eerst te hebben verminderd met het bedrag bedoeld in het derde lid. Indien deze vermindering leidt tot een positief bedrag, ontstaat er een positieve terugkeerreserve welke ten laste van het vermogen van de voortgezette onderneming komt. Wanneer deze vermindering leidt tot een negatief bedrag, ontstaat er een negatieve terugkeerreserve ter grootte van de helft van het negatieve bedrag; een negatieve terugkeerreserve komt in mindering op de winst bij staking van de onderneming. Voor de toepassing van de eerste volzin wordt het in die volzin bedoelde vervreemdingsvoordeel in aanmerking genomen zonder rekening te houden met de toepassing van artikel 4.24a.

  • 3

    Het bedrag waarmee het vervreemdingsvoordeel wordt verminderd wordt gesteld op (100-L/100) deel van de winst die volgens artikel 14c, eerste lid in verbinding met het tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 voor de heffing van de vennootschapsbelasting buiten aanmerking blijft, voorzover deze winst is toe te rekenen aan het aandeel van de belastingplichtige in de vennootschap. Daarbij staat L voor het percentage van het laagste tarief, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, geldend op het tijdstip van de voortzetting, bedoeld in het eerste lid. Voor de toepassing van de eerste zin blijft buiten aanmerking het deel van de winst waarop een vermindering ter voorkoming van internationale dubbele belasting van toepassing zou zijn ingeval artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 niet zou zijn toegepast.

  • 4

    Een positieve terugkeerreserve wordt uiterlijk bij staking van de onderneming in de winst opgenomen. Bij staking van een gedeelte van de voortgezette onderneming wordt een evenredig gedeelte van de positieve terugkeerreserve in de winst opgenomen.

  • 5

    De omvang van de terugkeerreserve wordt door de inspecteur vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. De in de eerste volzin bedoelde beschikking kan mede betrekking hebben op voorwaarden als bedoeld in artikel 4.42a, tweede lid.

  • 6

    Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat de omvang van de terugkeerreserve op een onjuist bedrag is vastgesteld, kan de inspecteur de beschikking herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 7

    Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan geen grond voor herziening opleveren, behoudens in de gevallen waarin de belastingplichtige terzake van dit feit te kwader trouw is. Artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing.

  • 8

    De bevoegdheid tot herziening vervalt door verloop van vijf jaren na de datum van vaststelling van de beschikking.

Informatie geldend op 13-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Vennootschapsbelasting; art. 14c; geruisloze terugkeer
    tekst: tekst
    bijlage: 1

  2. Wet inkomstenbelasting 2001
    artikel: 3.22, 3.63, 3.65, 3.71

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2019

wijziging

19-12-2018

Stb. 2018, 505

35028

19-12-2018

Stb. 2018, 505

01-01-2011

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 872

32504

23-12-2010

Stb. 2010, 872

01-01-2010

wijziging

23-12-2009

Stb. 2009, 610

32129

23-12-2009

Stb. 2009, 610

Alg. 1

01-01-2007

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 653

29767

16-12-2004

Stb. 2004, 653

wijziging

30-11-2006

Stb. 2006, 631

30572

30-11-2006

Stb. 2006, 631

01-01-2006

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 653

29767

16-12-2004

Stb. 2004, 653

01-01-2005

wijziging

16-12-2004

Stb. 2004, 653

29767

16-12-2004

Stb. 2004, 653

Inwtr. 2

01-01-2003

t/m 01-01-2001

wijziging

11-12-2002

Stb. 2002, 613

28487

11-12-2002

Stb. 2002, 613

Inwtr. 3

Twk. 4

01-01-2001

nieuw

14-12-2000

Stb. 2000, 567

27209

14-12-2000

Stb. 2000, 567

Opmerkingen

  • 1) Artikel XXI, tweede lid, van Stb. 2009/610 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 4) De wijziging in het derde lid werkt terug tot en met 1 januari 2001.