De meewerkaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht in een onderneming waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet.
Bij arbeid van de partner die gedurende het kalenderjaar een aantal uren in beslag neemt
gelijk aan of meer dan |
maar minder dan |
bedraagt de meewerkaftrek |
525 |
875 |
1,25% van de winst |
875 |
1 225 |
2% van de winst |
1225 |
1 750 |
3% van de winst |
1 750 |
– |
4% van de winst |
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder winst verstaan het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit ondernemingen waarin de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht, verminderd met:
winst genoten ter vervanging van door een onteigening gederfde of te derven voordelen uit onderneming;
winst behaald met of bij het staken van een onderneming of een gedeelte van een onderneming, daaronder mede verstaan staking door overlijden als bedoeld in artikel 3.58 en
winst als gevolg van de overbrenging van vermogensbestanddelen naar het buitenland of als gevolg van eindafrekening bedoeld in artikel 3.60 respectievelijk 3.61.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
artikel: 2:2, 3:2
Inkomensbesluit Waz
artikel: 2
Inkomstenbelasting, meewerkaftrek, meewerkbeloning
tekst: tekst
Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen
artikel: 2a
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
artikel: 2
Wet kinderopvang
artikel: 1.6, 6
(13-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
11-05-2000 |
11-05-2000 |
Opmerkingen
1) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.